128 FOTOGRAMMETRIE EN GEODESIE Studie en Praktijk Dit artikel is tot stand gekomen n.a.v. de volgende vraag door de Lustrumboekcommissie van het Landmeetkundig Gezelschap „Snellius" aan twee geodeten uit de foto- grammetrische praktijk gesteld: ,,Hoe staat u tegenover de opleiding tot Geodetisch Ingenieur en wat zijn uw eventuele wensen t.a.v. ver anderingen in de huidige opleiding?" Door de gecompliceerdheid van het vraagstuk én door het feit dat de schrijvers slechts een gering aantal jaren werkzaam zijn bij fotogrammetrische bedrijven of in stellingen, kan dit artikel slechts een onvolledige bijdrage leveren. Achtereenvolgens zullen wij trachten aan te duiden welke de eisen zijn die een fotogrammetrisch bedrijf o.i. stelt aan de ingenieur, in hoeverre de door ons gevolgde studie hieraan voldoet en in welke mate deze opleiding moge lijkerwijze kan voorzien in ingenieurs met een meerom vattende inbreng in de fotogrammetrische bedrijven. In de eisen die de fotogrammetrische bedrijven stellen kan men een onderscheid maken a. de vaktechnische kennis, teneinde d.m.v. research bestaande processen te verbeteren en nieuwe werkwijzen te ontwikkelen b. die kennis, die een goede inbreng op organisatorisch terrein mogelijk maakt, zoals basiskennis van bedrijfs organisatie, bedrijfseconomie, planning en personeels beleid c. het kunnen werken in groepsverband, waarbij gedacht wordt aan zowel leiding geven als aan het werken in teamverband met collega's uit dezelfde of andere studierichtingen. Ir. J. G. Arkesteyn, Ir. J. A. f. Marissen

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1970 | | pagina 129