130 Een gedegen wiskundige basis is voor de fotogrammetrisch ingenieur onontbeerlijk, evenals bekendheid met de ont wikkeling van de automatisering op rekentechnisch en en instrumenteel gebied. Zijn taak immers is gericht op het doel procedures te versnellen en meer economische werkwijzen te zoeken: dat deze research meer en meer op het gebied van de automatisering ligt, is duidelijk. Daarom lijkt het ons zeer gewenst rand- en neven vakken die hierop betrekking hebben, in het studiepakket op te nemen. M.b.t. het instrumentarium dat wordt toegepast, wordt naast de inleiding in de optica, zoals deze reeds bestaat, elementaire kennis van de elektrotechniek steeds belangrijker. Om een gemakkelijke aansluiting te vinden in de orga nisatorische ofwel management-sector van het bedrijf of de dienst, lijkt het zeer wenselijk om zich reeds tijdens de studie elementaire kennis van bedrijfswetenschappen zoals genoemd in punt b eigen te kunnen maken. Het is en was reeds mogelijk om colleges in b.v. bedrijfs organisatie te volgen, maar het zou van belang zijn deze kennis tijdens de studie te kunnen toepassen in een geodetisch of adequaat object. Het experimenteren met het project-onderwijs zal waar schijnlijk mogelijkheden bieden tot het levend maken" van deze en alle genoemde randvakkenbovendien stelt het afstuderenden in staat zich te bekwamen in leiding geven en samenwerken in groepsverband, want hoewel dat afhankelijk is van een aantal persoonlijke eigenschap pen, hoeft het geen betoog dat praktische ervaring op dit terrein van groot nut is. Eveneens vinden wij het in dit verband nuttig de afstu derenden een kostenberekening te laten uitvoeren. Het spreekt vanzelf dat de dialoog tussen praktijk c.q. bedrijfsleven en T.H. onmisbaar is en ook vanuit het bedrijfsleven bijdragen geleverd moeten worden om de praktijkgerichte onderdelen in de studie te realiseren. De uitvoering van deze samenwerking is natuurlijk geenszins eenvoudigtoch zien wij in de sterk voorgestane Uit Arrhief TnhnnrnGvU* -<■-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1970 | | pagina 131