145
beijverd de erfenis van de grondleggers zo min mogelijk
gewijzigd bijeen te houden. Aanvankelijk was zulks een
kwestie van piëteit, later werd deze factor meer en meer
verdrongen door, afhankelijk van de hoek waaruit men
waarneemt, verlangen naar stabiliteit, conservatisme,
traditionalisme of zelfs gemakzucht.
Uit al het potentiële materiaal zou men nu een selectie
op fundamenteel en praktisch nut moeten ondernemen
en vervolgens zonodig opnieuw een verkaveling in
vakken realiseren. Binnen die nieuwe vakken moet dan
weer een nieuwe systematiek, een stelsel onderschei
dingen, en zelfs definities worden aangebracht, die zeer
vaak zullen blijken af te wijken van hetgeen dan in
middels historie is geworden. Kortom, de docent, de
oudere generatie, zal de vorming van de student, de
jongere generatie, bij zichzelf moeten beginnen.
De beschrijving van de nieuwe vakken, om zo aan te
duiden wat thans literatuur genoemd wordt, zal meestal
een geringer aantal boeken kunnen beslaan en zeer zeker
steeds véél minder woorden kunnen omvatten dan thans
het geval is. De nieuwe auteurs" zullen, uitgaande van
een algemeen maatschappelijk verschijnsel, een ervarings
feit of een proef, in een weloverwogen, gebalanceerd,
logisch opgebouwd, glashelder, sober betoog een eenheid
(unit) leerstof moeten opbouwen. Daarin is geen plaats
voor voorbeelden en vergelijkingen met andere verschijn
selen of begrippen. Deze kunnen veel beter, zo zij al
waarde hebben, fungeren als oefenmateriaal voor de lezer
en verificatie van diens begrip alsmede van de begrij
pelijkheid van de leerstof, daaronder begrepen het begrip
van de schrijver zelf. Het zal blijken dat heel vaak de
vraagstukken die op een eenheid leerstof kunnen volgen,
met de juiste antwoorden, meer ruimte innemen dan de
leerstof zelf. Bij de opstelling van de vraagstukken blijkt
veel eerder dan men zou verwachten een uitstekend
gebruik te kunnen worden gemaakt van het multiple
choice systeem. Wel vergt dit van de schrijver een hoge
mate van creativiteit, fantasie en inzet, hetgeen een aan
sporing tot ontwikkeling van genoemde eigenschappen
in de hand zal werken. De ontwikkelde lezer heeft bij