151 niet alle, projectdeelnemers ervaren hebben: je vraagt je af wat je eigenlijk studeert en ook: waarom? Deze vragen sluimerden altijd al, maar nu zijn ze duidelijk naar voren gekomen, daar de dwang aanwezig was om de scheiding in subgroepen te verklaren. Het is niet nodig dat een volgende projectgroep deze vragen over neemt ze zullen vanzelf toch weer aan de orde komen. Groepsclynamische aspecten Tijdens de studie in Delft is het de gewoonte geworden individueel of in kleine groepen te studeren. Om in teamverband te kunnen werken moet men over een grote zelfkennis en zelfdiscipline beschikken. Men moet in de eerste plaats kritisch en met geduld naar andere, vaak slecht geformuleerde meningen luisteren. Om de eigen mening duidelijk te formuleren en om goede notulen of verslagen te maken is veel oefening nodig. Een project geeft hier voldoende mogelijkheden toe. Gedurende een startconferentie kunnen hiervoor de grondslagen gelegd worden. Als voorbeeld van zo'n fundament, dat tijdens de start conferentie in Biddinghuizen werd gegeven en waarop tijdens het project werd voortgeborduurd, het volgende: Bij een bespreking kan men verschillende bijdragen ter verwezenlijking van het doel van de discussie onder scheiden Taakgerichte bijdragen: initiëren (inwijden) info vragen geven mening vragen geven uitwerken samenvatten uitvoerbaarheid toetsen Groepsgerichte bijdragen: discussie openhouden misverstanden signaleren ontspanning brengen wij-gevoel" uitdrukken

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1970 | | pagina 152