163 van die tijd neemt het toekomstsymposium van 1962 een eigen plaats in. Het lijkt erop dat het er in wezen om ging klaarheid te scheppen in de doelstelling van de geodetiese opleiding. In die tijd echter ontbrak nog de teoretiese achtergrondinformatie die niet erg lang daarna de basis zou gaan vormen van de vele akties over de hele wereld. Had een demonstratieve 1 mei-viering van een gedeelte van het snelliusbestuur in 1967 alleen nog maar hoongelach tot gevolg, in 1969 werkten verschil lende snelliusleden mee aan ludieke of subversieve" akties van algemene strekking en worden tegengestelde meningen vaak heftig en ter plaatse uitgevochten. Enkele voorbeelden. In november 1969 werd een aktie gevoc, d om de gelden, gevoteerd voor een nieuw gebouw voor geodesie, te gaan besteden aan de bouw van 1200 woning wetwoningen. Als gevolg hiervan vonden informatie-vergaderingen plaats en had een afvaardiging van onderafdeling en studenten een gesprek met een gedeelte van het th- kuratorium om de procedure en achtergronden van dit nieuwbouwbeleid onder de (kritiese) loep te nemen. Maar ook kwam er tegenaktie in de vorm van een alter natieve oplossing: het geld besteden aan tanks voor Israël Heftige en uitputtende diskussies veranderden het gebouw voor geodesie op 12 december 1969 tot een poli tiek debating centrum. De oorzaak was koffie gepraat naar aanleiding van een vietnam-avond in de aula. Het gevolg was 287,— voor het vietnamkommitee en duidelijkheid. Een stroomversnelling binnen snellius lijkt aan te grijpen op het moment van inkeer" en het manifest worden van algemene kritiek", zo tegen het midden van de jaren '60. Het eerste moeizame resultaat is de instelling van de ,,contactraad", november 1966. Een overlegorgaan van hoogleraren en studenten. Goedgunstig toegestaan maar niet veroverd, hoewel het initiatief van studenten kant kwam. Geen instrument van politisering en zeker in de beginperiode meer een buit en "-gebeuren. Wel

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1970 | | pagina 164