167
er niet mee te maken. Op een bizonder tolerante en
charmante manier wordt langs de evolutionaire weg naar
het grote doel gewandeld. En misschien wordt een van
de resultaatgebieden die, waar de middeleeuwse situatie
(van de echte universiteit) het eerst gerealiseerd is.
Jammer genoeg zijn er zoveel kansen dat dit grote doel
nogal onbereikbaar zal zijn langs die weg. Er zijn allerlei
en veelsoortige obstakels aanwezig.
Lezend in de verzameling voortreffelijke artikelen onder
de titel ,,Campis 1980" van Al vin C. Enrich treft men
voorspellingen en verwachtingen aan, die vanuit het
heden opgebouwd zijn. Briljant, deze verzameling, maar
ik kan niet aan de indruk ontkomen dat deze werkwijze,
die zoveel kritiek heeft opgeleverd namelijk het ekstra-
poleren vanuit de redelijk bekende huidige status quo,
zonder toelating van inventief-kreatief prutsen en denken
leidt tot afschuwelijke nivellering en afzwakking van
menselijke hoedanigheden, waarvan we nu al de ellende
op vele fronten kunnen konstateren.
Maar wanneer iedereen het erover eens kan worden dat
,,een ingenieur die geen aandacht schenkt aan de
implikaties van zijn werk, geen ingenieur mag worden
(zijn?)" zoals gesteld werd tijdens een van de vergade
ringen van de kommissie doelstellingen" (7 april 1970),
kun je zelfs met een evolutionaire ontwikkeling vrede
hebben. Behalve als die ontwikkeling allerlei kwalijke
zaken intakt zou laten.