168
STUDENT EN STUDIEVERENIGING
Kier Schuringa
De ontwikkeling van de invloed en van de opvattingen
van de studenten aan de onderafdeling der geodesie
in de laatste jaren en daarmee samenhangend de taak
van de studievereniging.
1. De geschiedenis gaat in dit verhaal terug tot begin 1966.
Formeel tenminste, want toen ontstond het eerste
institutionele overleg tussen de verschillende groepen op
de afdeling geodesie. In april 1966 werd nl. de contactraad
in het leven geroepen, naar analogie van soortgelijke
overlegorganen op andere afdelingen in Delft.
Doel: het incidentele contact tussen de onderaf
deling hoogleraren en wetenschappelijke
staf, en „Snellius" te institutionaliseren.
Aan de orde: problemen, betrekking hebbende op de
studie aan de onderafdeling, in de ruimste
van het woord.
Het laatste gedeelte van deze zin is werkelijk opvallend.
In de praktijk is hier echter helaas niet zo erg veel van
terecht gekomen; zaken als onderzoek, beheer e.d. die
mijns inziens toch wel degelijk onder deze formulering
vallen kwamen niet aan de orde.
De contactraad kan over deze problemen, gevraagd ol
ongevraagd, advies geven aan de onderafdeling.
De onderwerpen ter bespreking varieerden tijdens het
eerste jaar van zeer kleine, „algemene" probleempjes
(ja-dan-nee plastic bekertjes in de kantine e.d.) tot, voor
huidige begrippen nog vrij beperkte, onderwijstechnische
zaken. Deze laatsten vertoonden soms trouwens een ver
rassend sterke overeenkomst met huidige problemen,
zoals b.v. het doel van het tekenpracticum tijdens de
propaedeuse en „overlappen" in de college-inhoud, zoals
tussen rvk-recht en agrarisch recht, stedebouwkundig
en agrarisch recht en tussen geodetische berekeningen en