170
de maag zat, was de apathie van een vrij groot gedeelte
van de studenten. Men probeerde dit te ondervangen door
uit elk jaar 2 contactpersonen aan te wijzen (behalve uit
het eerste jaar, dat was kennelijk niet zo belangrijk, net
als bij Veringa) bij wie iedereen zijn gal kon spuwen, en
die dit weer doorgaven aan de studenten in de contactraad.
Echt gefunctioneerd heeft dit systeem echter nooit.
2. In de tweede helft van '67 begon zich langzamerhand
een stroomversnelling af te tekenen, vooral t.g.v.
invloeden van buiten de onderafdeling. In allerlei bladen
kwamen kritische stukken te staan over het onderwijs,
vooral over methodologische kwesties (didactiek e.d.).
Vanuit Stylos (studievereniging van bouwkunde) kwam
een stuk medezeggenschap van wetenschappelijke mede
werkers en studenten, gebaseerd op verantwoordelijk
heidsgevoel. De term maatschappelijk verantwoordelijk
heidsbesef valt dan ook voor het eerst. Het stuk van Stylos
wordt overigens door velen, waaronder ook „geodesie-
activisten", niet helemaal relevant voor de onderafdeling
geacht.
Opvallend bij de discussies toen was dat men nog steeds
maatschappelijke behoeften als gegeven zag. Of men
aan allerlei wensen vanuit de maatschappij (b.v. bedrijfs
leven) wel of niet moest voldoen, was minder een vraag.
Nog wat historische gegevens over de periode eind
'67 - begin '68. Het punt onder wijsherziening werd in
deze tijd continu op de agenda van de contactraad ge
plaatst. Een voorstel tot herziening van het studiepro
gramma werd ook aan de studenten gestuurd en leidde tot
vele discussies hierover. Hieruit vloeide o.a. voort het
rapport van de commissie van Kooten, wat een eerste
poging van studentenzijde inhield om een gefundeerd
rapport over onderwijs en maatschappij samen te stellen.
De voorgestelde veranderingen bewogen zich toen nog
wel allemaal op het vaktechnische vlak en hielden meer
een stroomlijning in dan een enigszins fundamentele
verandering van de studie.
Onder de actieve groep studenten bestond toen een
vrij grote belangsteling voor onderwijstechnische
zaken. Continu overleg (via de contactraad) over een zo