171 dynamische zaak als het onderwijs werd dan ook als een noodzaak gezien. De studenten toonden zich verheugd over de aanpassing van de opleiding aan de gebleken behoeften in de (geodetische) maatschappij. Dit hield immers een verbreding van het marktterrein" in. De praktijk-periode tijdens het K2 bleef een onderwerp van discussie en werd o.a. aangegrepen om naar de doel stelling van de geodetische opleiding te vragen. Voort vloeiend uit een groeiende maatschappelijk-politieke interesse bij individuele leden van de onderafdeling, kwa men de fundamentele vragen steeds meer aan de orde. Bij het zoeken naar antwoord op deze vragen vond men studenten-participatie ook steeds belangrijker. Optimisten durfden zich dan ook al af te vragen ol de geodetische studenten kritisch aan het worden waren. Ja, ja, dit waren nog schone tijden, zoals mijn goede vader altijd zei. De bovengenoemde studenten-participatie was langzamer hand de belangrijkste zorg van de Snellius-regenten geworden. Snellius moest volgens hen allereerst een discussie-medium zijn tussen vertegenwoordigers en ver tegenwoordigden. In de loop van dit jaar verschenen op de Snellius-kamer dan ook steeds meer rapporten, mappen, verslagen e.d., die voornamelijk handelden over auto ritaire structuren en methodologische problemen. Het bevorderen van het gezelligheidsleven goed kroeg leven) behoorde ook tot een integrerend onderdeel van hun taak. De discussies over het studieprogramma en het praktische werk worden eind '68 vertraagd door de komst van de nota Posthumus, de NSR-nota Radenuniversiteit en meer stukken uit de steeds groeiende stroom (kritische) ver handelingen over het wetenschappelijk onderwijs. Door deze uitbreiding van de problematiek (tot algemene maatschappijkritiek en de functie van het onderwijs in de maatschappij) èn door het toelaten van studenten in de onderafdelingsvergadering (januari '69, d.w.z. V-fa jaar na het eind van het eerste contactraadsjaartreedt min of meer een nieuwe periode in. In elk geval begin ik met een nieuw hoofdstuk.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1970 | | pagina 172