16
ARBEIDSVERDELING, MAATSCHAPPIJ EN UNIVERSITEIT
Hoezeer arbeidsverdeling een natuurgegevenheid is van
het menselijk leven, blijkt als u de vraag stelt wat uw
leven zou zijn als ieder voor zich de voorwaarden voor
het menselijk leven zou moeten ontwikkelen.
U hebt niet lang nodig om te ontdekken dat u niet in
staat zou zijn om de voorwaarden voor uw materiële
bestaan, voeding, kleding en woning te garanderen, om
maar te zwijgen van de ontwikkeling van het geestelijk
leven. Een geïsoleerd individu zou als het eventueel
materieel zou kunnen bestaan, wat een hele vraag is,
geen wetenschap, geen moraal, geen levensbeschouwing
hebben.
Omgekeerd kunnen wij vaststellen dat de ontwikkeling
van grotere menselijke mogelijkheden samenhangt met
de ontwikkeling van een intensieve arbeidsverdeling in
steeds grotere kringen. Het is buiten kijf dat de toename
van de produktie van economische goederen te danken is
aan de ontwikkeling van de techniek, maar de techniek
wordt pas in een bepaalde maatschappelijke situatie
produktief. Vooreerst ode ontwikkeling van de techniek
hangt ten nauwste samen met intensievere arbeids
verdeling en vervolgens: vraagt zij een grotere markt, het-
geen niets anders is dan verdergaande arbeidsverdeling
binnen zich uitbreidende maatschappelijk geheel.
De parallel op geestelijk terrein kunt u constateren als u
bedenkt dat de geestelijke horizon der mensen eng blijft,
zolang de gedachtenwisseling plaats vindt in een klein,
eng milieu en dat communicatie binnen steeds grotere
gehelen de voorwaarde is voor de verbreding van onze
geestelijke horizon.
Ter verklaring van het verschijnsel arbeidsverdeling wordt
veelal verwezen naar de beperktheid van de mensde
eenling kan het niet alleen af, hij moet samenwerking
Prof. Dr. H. Hoefnagels
O O
Dit artikel werd eerder afgedrukt in „Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde", april 1970.