204 gebruikt men deze methode om plaatselijke zwaarte krachts verschillen te meten. Men meet hierbij de ver houding tussen de zwaartekracht in het veldstation en die in het basisstation, waar de zwaartekracht bekend is. De hogere nauwkeurigheid van deze methode wordt ver oorzaakt door het feit dat door het meten van zwaarte- krachtsverscfi/i/en bepaalde storende invloeden geëlimi neerd worden, daar ze in beide stations een gelijk effect hebben. Met behulp van de slinger apparaten van het geodetisch instituut zijn de laatste tijd de zwaartekrachts- verschillen tussen Potsdam en Sofia ('58-'59), Potsdam en Rome ('64) en Potsdam en Antarctica ('64-'65) ge meten. De dilatometer Met behulp hiervan worden de uitzettingscoëfficiënten van meetdraden en -banden bepaald. Enkele opvallende punten hierbij waren 1. De temperatuur wordt integrerend over de hele ruimte bepaald door de weerstand van een draad over de hele lengte van de meetruimte gespannen te meten. 2. De afstand tussen de ophangpunten van de draad moet regelmatig gecontroleerd worden, daar de muur waaraan zij bevestigd waren toch inkromp of uitzette afhankelijk van de temperatuur, al was hij een halve meter dik en een binnenmuur. 3. De lengteverandering van de draad wordt getrans formeerd in een rotatie, die geconstateerd wordt door een niveau. 1 £>m/l /fc-CEN drrSCOAT t/orjes gesusj/djeekö WO&ÖEA/ JWQE Lotffi [/AM OE ÜMKoP VO&EA/dE WEEK WE&bEN VEA/CUIU&VöE JAJ7ERE$$AHT£ öaZóZKE/V /?/tA/ JDBC/VSS Q-EOÜET7 SCHEL /NtfEEL/AJCrEW GE&lECHr. &1T CtSSCH/E^jQE HOOBjOZA KEU/K CA/ 2>E CxEHELE T/VP KET CACHET /4AJ BEN STVEUEEECS TB Or EVE AI O

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1970 | | pagina 205