26
de mogelijkheid voor menselijke ontwikkeling, die immers
mogelijk wordt doordat steeds grotere gehelen intensiever
met elkaar gaan samenwerken. Als men Comte volgt
en grenzen aan de arbeidsverdeling stelt, stelt men
grenzen aan de verdere ontplooiing der menselijke
mogelijkheden.
Een ander element voor onze probleemstelling levert ons
een ander Frans socioloog, Durkheim, die ongeveer
50 jaar later schreet en die juist aan dit probleem één van
zijn meest belangrijke werken wijdt: ,,De la division du
travail social". Hij benadert het probleem langs een
andere kant, hij vraagt zich af, en dat is typisch voor
zijn sociologische belangstelling, of de toenemende
arbeidsverdeling niet gaat voeren tot verbrokkeling van
het menselijk samenleven, of de mensen niet zover van
elkaar vervreemden dat de samenleving, geen eenheid
meer is. Hij meent dat dit niet het geval is, omdat toe
nemende arbeidsverdeling normaliter voeren moet tot
grotere, intensievere solidariteit. We worden steeds
afhankelijker van elkaar, dus groeit de solidariteit.
Hier wordt een gedachtenfout gemaakt. Toenemende
afhankelijkheid van elkaar, toenemend aangewezen zijn
op elkaar betekent inderdaad noodzaak tot intensievere
samenwerking, noodzaak tot grotere eenheid, tot grotere
solidariteit. Wat noodzakelijk is komt echter niet vanzelf
tot stand, het feit dat grotere solidariteit nodig is be
tekent nog niet dat zij ook ontstaat.
De gedachtenfout die hier gemaakt wordt is eigenlijk
geen andere dan die van de liberalistische gedachtengang
datgene wat nodig is voor het geheel komt vanzelf tot
stand. Opdat datgene wat met de toenemende afhan
kelijkheid van elkaar nodig wordt inderdaad tot stand
komt, is vereist dat wij een nieuwe activiteit gaan
ontplooien. Wij moeten gemeenschappelijk denken ont
wikkelen om de gemeenschappelijke zaak te behartigen,
om werkelijk tot stand te brengen wat wij samen willen.
Wij moeten zorgen voor de tegenhanger van de specia
listische blindheid. Van alle specialisten wordt gevraagd
dat zij met elkaar in contact treden om samen de
geestelijke zowel als de materiële eenheid van onze samen-
O' O O