34
universiteit. Aangezien overheid en bedrijfsleven meer
behoefte hebben aan een sociologie, die de kennis voor
doelmatige beleidsvoering levert, dan aan een sociologie,
die tot een verantwoord kritisch oordeel tracht te komen,
is er weinig belangstelling voor de laatste. Daarbij komt,
dat de sociologie als betrekkelijk jonge wetenschap
onder de druk van de oudere wetenschappen staat, die
van haar eisen, dat zij haar wetenschappelijkheid toont,
waarbij dan wetenschappelijkheid zonder meer met
„natuurwetenschappelijkheid" gelijk gesteld wordt.
Aldus is het voor de socioloog, die desondanks maat
schappelijk kritisch denken tracht te ontwikkelen, vaak
uitermate moeilijk om de erkenning te krijgen, die nodig
is, opdat zijn inzichten maatschappelijk werkzaam
worden. Indien u wilt, dat deze kennis ter beschikking
van de staatsburger van onze samenleving komt, zult
ook u aandeel moeten nemen in de inspanning om voor
deze vorm van wetenschapsbeoefening een erkende
plaats aan de universiteit te verkrijgen. Als wetenschapper
moet u eisen, dat in uw opleiding ook enige vorm van
maatschappelijk denken wordt meegegeven. Voor u heeft
het nauwelijks zin een aantal colleges te krijgen van een
socioloog, die niets anders doet dan u onderwijzen in
het hanteren van enquête-technieken. Eventuele maat
schappijvakken moeten u helpen tot kritisch maat
schappelijk denken te komen. Daarvoor is nodig, dat
deze wijze van wetenschapsbeoefening aan de universiteit
een volledig erkende plaats krijgt. Hierbij moet u be
denken, dat de ontwikkeling van de universitaire
sociologie mede afhangt van de eisen, die andere weten
schappen aan haar stellen.
Uw bemoeienis met de sociologie-beoefening aan de
universiteit is echter niet alleen nodig, om voor u de
maatschappelijke vorming, die u nodig hebt, mogelijk
te maken. Het wordt ook langzamerhand een dringende
noodzaak, dat wetenschappers van allerlei slag, en met
name beoefenaars van instrumentele wetenschap en van
„emancipatoire" wetenschap met elkaar in contact treden.
De kritische wetenschapsbeoefening dreigt geïsoleerd te
raken van het traditionele wetenschapsbedrijf, dat de