6
WOORD VOORAF
Van één der leden van de lustrumboekcommissie ontving
ik, als voorzitter van de onderafdeling, de vraag een
voorwoord te schrijven in dit boek. Nu is het woord
voorwoord" volgens onze taalzuiveraars een germanisme,
dat ook in de Engelse taal is doorgedrongen (foreword).
Beets spreekt ook al over een „afgrijselijk voorwoord".
Daarom heb ik maar als titel „woord vooraf" gekozen,
hoewel voorrede, voorbericht, ten geleide ook aan de
eis van goed Nederlands voldoen.
Waarom deze bijdrage van de voorzitter van de onder
afdeling is gevraagd, is mij niet helemaal duidelijk.
Vermoedelijk is dit gebeurd omdat eerder in verschenen
lustrumboeken ook altijd stukjes van voorzitters zijn
opgenomen. Hoewel het nu volop mode is allerlei tradities
overboord te gooien, schijnt de lustrumboekcommissie
om één ol andere reden in dit opzicht niet van de mores
te willen afwijken. Misschien wil zij althans één lid van
de nu zeer vele leden van het onderafdelingsbestuur
gunstig stemmen door hem deze eer, een „woord vooraf"
te schrijven, aan te doen. Er zullen wellicht faciliteiten
worden gevraagd voor het gebruik van ruimten in het
geodesiegebouw, maar dan had men zich beter tot de
beheerder kunnen wenden.
Zou ik mij aan de traditie houden, dan zouden in ieder
geval lovende woorden over de werkzaamheden van
het Landmeetkundig Gezelschap „Snellius", de moed van
het bestuur van „Snellius" om een lustrumviering te
organiseren, de zware taak van de lustrumboekcommissie,
enz. moeten worden geschreven. Maar zweemt dit niet
teveel naar het zo verafschuwde paternalismede docent
die al schouderklopjes gevend zich tussen de studenten
beweegt. De goede verhouding tussen de onderafdeling
wat dit instituut dan ook zij en de studenten, in het
bijzonder zij die lid zijn van „Snellius", zou ter sprake