77
Ik vind het godslasterlijk hele diersoorten uit de schepping
te verwijderen. Dat is in aanleg de hoogmoedige en trieste
geestesgesteldheid van de Endlösung. Ik vind het droog
leggen van de Waddenzee een werk van de duivel. En
de moordenaars met de bokkepoten vindt men bij zulke
werken ook achter de theodolieten. Ik zou zulke primitieve
en misschien rationeel onverdedigbare meningen wijd
verbreid willen zien, ook bij intellectuelen of wat daar
voor doorgaat.
Uiteraard is de vraag naar goed en kwaad niet nieuw.
Wel nieuw is het geweldig vernietigend vermogen van de
moderne wetenschap en techniek, waarvan noch Napoleon
noch Heimans en Thijsse enig benul hebben gehad.
Wanneer men studenten (of wie dan ook) wil aanzetten
tot denken over ethiek, d.w.z. over goed en kwaad, moet
men wel begrijpen dat ethiek niets dan een mooie zeep
bel is wanneer ze niet leidt tot ja ol nee in een concrete
situatie.
Wanneer men met studenten over vakethiek gaat praten,
moet zulk een gesprek uitmonden in een bewust ervaren en
herkennen van grenzen in een concrete situatie: tot
hier en niet verder.
En hier beginnen natuurlijk de moeilijkheden. Want een
ethische zwetser is gauw genoeg gehuurd voor een royaal
salaris. Maar wie vermag zijn problemen te schetsen
zodra hij concreet de grenzen moet gaan aangeven tussen
werken des heren en werken des duivels Is de brave
geodeet die in den Haag aan het kadaster werkt een laffe
slaaf van het zondig kapitalisme? Is de minder brave
geodeet die in Leningrad de coördinaten bepaalt van een
amerikaanse raketbasis een communistische oorlogsmis
dadiger? Ligt de grens die een fatsoenlijk mens niet zou
mogen overschrijden ergens tussen die beiden Ik weet
het echt niet. En wie wel
Duidelijk is dat wie hier nooit over denkt tot geen over
wogen besluit zal komen. Maar even vanzelfsprekend
is dat wie zeven jaar college vakethiek krijgt toch zelf zal
moeten beslissen of hij de zoveel duizend gulden per jaar
van Waterstaat of tno of Dow Chemical voldoende
verzoening vindt voor zijn wellicht twijfelachtige werk-