88 de vereenvoudiging ten opzichte van de werkelijkheid' waaraan men zelfs in een tekening 1 1 niet ontkomt, en die bij schalen kleiner dan 1 5000 a 10 000 zo ingrijpend wordt dat zeker een rechtgeaard geodeet van vertekening zal spreken. 3. Kaartkennis vergroten door het analyseren en verge lijken van verschillende typen kaarten (bijvoorbeeld topografische kaarten, zeekaarten, autokaarten enz. uit verschillende landen). En door het tegenwoordige tweede jaarscollege dat een overzicht wil geven van wie in Ne derland welke kaarten maakt, hoe die kaarten eruit zien enz. 4. Meer kennis van de cartografische produktietech- nieken, ihb. via het geplande laboratorium dat hiervoor onmisbaar is. 5. Verbeterd inzicht in de economie van de hedendaagse kaartvervaardiging. (Eenvoudige voorbeeldenoffset druk is voor kleine aantallen duurder dan lichtdruk, kleur is altijd duurder dan zwart-wit, een plan 1 500 is veelal zinloos wanneer de gegevens die het bevat ook in een plan 1 1000 kunnen worden getekend, enz.). Ik geloof intussen niet dat het billijk zou zijn de tijd die in de eerste jaren aan cartografie besteed wordt wezenlijk uit te breiden. Het plan bestaat om de ca. vijfenveertig tekenmiddagen verder te hervormen zodat veel elementen uit de verlanglijst hierboven er een plaats in kunnen vinden. Hierbij zal het technisch tekenen, dat door veel studenten als dom en vervelend ervaren wordt, verder inkrimpen. Ik verbeeld me dat dit geen wezenlijk verlies zal zijn. Een geodeet moet wel ,een potlood in zijn vingers kunnen houden' of preciezer gezegd: voor anderen lees baar en begrijpelijk zijn ideeën op papier kunnen zetten, in taal of teken. Maar of men hem hierheen op weg helpt door het tekenen van vooral nette lijnen, betwijfel ik. En het echte nette tekenen laten we dan maar aan de tekenaars over die het toch bijna altijd beter kunnen: dit te erkennen sluit waardering niet uit, in tegendeel. Tenslotte een enkel woord over mogelijke veranderingen in een wat verdere toekomst. Cartografie zou een afstu deervak kunnen worden. Zulk een studie zou, ik herhaal

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1970 | | pagina 89