7
dienen te komen. Een zeer subjectieve benadering van
een vaag begrip. Wat is een „goede verhouding" tussen
twee groepen? Bovendien is er nog de moeilijkheid dat
de groep studenten steeds verandert, terwijl de andere
groep maar zeer weinig in samenstelling wijzigt. Onder
deze andere groep versta ik dan diegenen die geen
student zijn.
Dus geen lovende woorden, enz. en geen uitspraak over
de verhouding studenten-staf. Zij zijn, afgezien van
het paternalistische trekje, ook overbodig. „Snellius"
heeft hij de voorgaande activiteiten bewezen dat het
een lustrum goed kan organiseren en ook vele andere
zaken goed kan uitvoeren.
En laten we over de goede verhouding ook niet te
veel zeggen. Natuurlijk zijn er meningsverschillen. Het
is welhaast onvoeglijk om in dit verband niet te schrijven
over de nota's van Posthumus en het ontwerp-wet
Veringa. Maar Posthumus geeft zijn tweede voortgangs
nota onder het motto, dat als volgt luidt: „Toutes
choses sont dites déja, mais comme personne n'écoute, il faut
recommencer toujours". Men kan zich alleen afvragen:
als toch niemand luistert, waarom zou men dan opnieuw
beginnen
Daarom, althans in dit epistel, verder geen woord over
deze zaken. Tijdens de lustrumviering zal de lustrum
commissie vermoedelijk een verbod uitvaardigen om over
deze onderwerpen te spreken. Laten we in elk geval in
die week „lief zijn voor elkaar". De 80.000 deelnemers
aan de „happening" in het Kralingse Bos hebben bewezen
dat zij hiertoe drie dagen met behulp van veel lawaai
en enige drugs in staat waren. Ik vertrouw dat wij het
gedurende een week met een paar honderd mensen
zonder al te veel lawaai en drugs ook kunnen presteren.
De aandachtige lezer, ja zelfs de minder-aandachtige
lezer, zal hebben bemerkt dat in dit „woord voorat" over
hetgeen hierna in het boek verschijnt niets maar dan
ook helemaal niets wordt geschreven. Ik heb dit niet
met een bepaalde bedoeling gedaan, maar ik kan niet
anders, want de inhoud van het lustrumboek is mij