Er zijn bij de nutsbedrijven ongeveer 1500 tekenaars die er voor zorgen dat een aantal gegevens van die leidingen up to date wordt geregistreerd en die de uitbreidingen begeleiden. Die tekenaars doen meer dan het vastleggen van gegevens van leidingen op zoge naamde beheerskaarten. doch dat is wel de hoofdmoot van hun werk. Er zijn naar schatting 170.000 beheerskaarten in de vorm van zgn. raamkaarten (rechthoekige kaarten die aaneensluitend een bepaald gebied in beeld brengen) en 100.000 in de vorm van tracékaarten (smalle kaarten die alleen in de richting van de lei ding aan elkaar sluiten). Uiteraard worden gróte gebieden op deze 270.000 kaarten meerde re keren afgebeeld; door de gezamenlijk opererende nutsbedrijven is een gedachte voor gezamenlijke aanpak ontwikkeld waarbij ge bruik zou worden gemaakt van 50.000 basiskaarten die aaneenslui tend geheel Nederland in beeld zouden brengen met schalen 1 :2000, 1 1000 en 1 500, al naar gelang de hoeveelheid informatie die op die kaart moet kunnen worden gepresenteerd. De gedachte om op dit terrein enige ordening aan te brengen is voor het eerst in de vijftiger jaren naar voren gebracht door de geodeet ir.van Steenis. die met z'n medewerker v.d. Muyzenberg pleitte voor een systematische aanpak. De Nederlandse Vereniging voor Geodesie nam dit initiatief over en zette een studiecommissie, onder voorzitterschap van Prof. ir. G. F. Witt aan het werk. Deze commissie Witt lichtte in 1971 in een openbare vergadering van de N.V. G. haar uitgebrachte rapport toe. De voorstellen kwamen er op neer dat in drie fasen tot realisering van een systematische opzet zou moeten worden geraakt: fase 1 - per km2 vastleggen van de leidingenbeheerders die in dat vak van het ruitennet van de R.D.-meting iets hebben liggen; fase 2 - het registreren van die leidingen die zo moeilijk ver plaatsbaar zijn dat hun aanwezigheid de opzet van stede- bouwkundige plannen kan beïnvloeden; fase 3 - registratie van alle leidingen. Voor de realisering van deze eerste fase is in 1972 een wetsont werp tot stand gekomen op de leidingen(-beheerders-)registratie welk ontwerp nogal wat kritiek heeft opgeroepen en mede daardoor nog niet bij de Staten-Generaal is ingediend. Door de ontwikkelingen die sedert 1972 hebben plaatsgevonden is het ook de vraag of het nog wel zin heeft een wetsontwerp van deze beperkte strekking te handhaven. Een tweede initiatief als vervolg op het rapport van de commissie 104

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1975 | | pagina 105