Witt was de instelling van de commissie Grootschalige Basis Kaart. Deze commissie G.B.K. kwam in 1974 met een aanbeveling tot rea lisering van een stelsel aaneensluitende basiskaarten voor het gehe le land; een in te stellen centrale kaarteringsraad zou bij de produk- tie een rol gaan spelen en het kadaster zou een centrale rol spelen bij het geheel. Het bezwaar van de leidingbeheerders tegen deze aanpak, met alle waardering voor de gedemonstreerde voortvarend heid van de commissie G.B.K., is, dat zo'n basiskaart pas dienst baar kan zijn aan de beoogde ordening op het terrein van de leidin genregistratie, wanneer een gezamenlijk systeem van leidingenre gistratie van de nutsbedrijven vast staat. Is dat er niet, dan is de G.B.K. niet meer dan een toevoeging aan het vele reeds verkrijg bare uitgangsmateriaal voor de ongecoördineerde ondergronden die de nutsbedrijven thans hanteren. Behalve van de initiatieven van de geodeten kan melding worden ge maakt van belangrijke activiteiten op dit terrein van de Stichting tot Ontwikkeling van Automatisering bij de Gemeenten. Deze SOAG is in 1968 in het leven geroepen door de Vereniging van Nederland se Gemeenten met de opdracht de ontwikkeling van automatisering bij de gemeenten te bundelen en ze daardoor ook te stimuleren. De SOAG ontwikkelt verschillende informatiesystemen waarvan het vastgoed-systeem, met name topografie en leidingen, vrij ver is uitgewerkt. Uitgangspunt is het vastleggen in digitale vorm van vol doende punten van de topografie en van de leidingen in coördinaten in een databank, van waaruit dan met tekenautomaten een grafi sche weergave tot stand kan worden gebracht. De SOAG heeft een tiental automatiseringscentra, verspreid over het land, elk wer kend voor een gebied met 1,3 miljoen inwoners. Deze centra moe ten bijvoorbeeld ook voor de aangesloten gemeenten een bevolkings systeem beschikbaar hebben, een incasso-systeem, etc. Hoewel een totale automatisering van leidingenregistratie een erg grote stap lijkt en de kosten ervan erg hoog zijn. is het, gezien de enorme hoeveelheid te verwerken en te muteren informatie, wel voor de hand liggend aan automatisering te denken. Van de 400.000 km leiding zullen waarschijnlijk meer dan 20 miljoen maatgegevens, gerelateerd aan vaste, benoemde punten, nodig zijn. De nutsbedrij- van zijn van mening dat een grondige analyse van de informatiebe hoefte en de presentatie ervan vooraf moet gaan aan een systeem ontwerp. In het voorafgaande zijn de leidingbeheerders alleen maar als cri tici van door anderen ontwikkelde ideeën genoemd. Zij zijn ook anders begonnen dan de geodeten en de SOAG, namelijk regionaal in pogingen om dubbel werk aan de basis te voorkomen en de ver- 105

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1975 | | pagina 106