werkt met één centrale computer voor de P.T.T., die met ter
minals toegankelijk is. Een element van de leidingen dat ook
wordt opgenomen is de aansluitmof. dat is de aftakking van de
huisaansluitkabel op de hoofdkabel. Van deze aansluitmof wordt
niet alleen de soort vermeld maar ook de ligging t.o.v. de gevel
van het aangesloten perceel. Daarmee zijn reeds zeer veel lig-
gingsgegevens over de hoofdleidingen opgeslagen, zodat alleen
nog een aanvulling nodig is voor de ijl bebouwde gebieden, met
name voor de interlokale verbindingskabels. Een dergelijk sys
teem is ook als plan ontwikkeld door de WELREN.
Een opzet die kan worden gezien als een mengvorm tussen a. en b.
is ter hand genomen door de Provinciale Noordbrabantse Elektrici-
teits-Maatschappij (PNEM) waar men door een veelpuntstransfor-
matie het bestaande kaartmateriaal wil omzetten tot een systeem
in coördinaten*. Vrij geavanceerde apparatuur is daartoe aange
schaft.
Het is in 1975 niet overmoedig meer wanneer je zegt dat het be
slist mogelijk is, gebruik makend van informatietechnieken, een
gezamenlijk systeem te ontwikkelen; er zijn zelfs verschillende
mogelijkheden.
De leveranciers van allerlei toestellen bieden een veelheid van
mogelijkheden aan. Zeker even belangrijk echter als de systeem
ontwikkeling in technische/organisatorische zin is de realisering
van een werkverband waarbinnen de vele initiatieven, die soms
het aanzien van belangengroepen hebben, op redelijke basis bij
elkaar kunnen worden gebracht. Van de oplossing van dat pro
bleem zal het afhangen of er van ordening terzake de leidingen
registratie iets terecht komt.
In een samenleving met veel technische mogelijkheden en kennis
is een doeltreffende bevordering van samenwerking voorwaarde
voor het samen - leven.
F. M. Dostojewski is in "Herinneringen aan het ondergrondse" tot
de uitspraak gekomen: "ik geloof zelfs dat de beste definitie voor
een mens is: een wezen op twee benen dat zeer ondankbaar is
En dat komt allemaal door die niets betekenende oorzaak.
dat de mens te allen tijde en onder alle omstandigheden er van
houdt om te handelen zoals hij wil en dat hij helemaal niet wil han
delen zoals zijn rede en zijn voordeel hem dit voorschrijven".
Dat lijkt me een juiste constatering en er is dan ook een enorme
uitdaging in gelegen om te zoeken naar samenwerkingsstructuren
die deze onredelijke wezens, ondanks hun handicap, tot grotere
vrijheid brengen.
Zie "Elektrotechniek" september 1975
107