gegevens bevat en met deze gegevens een gevarieerde reeks vra
gen zal kunnen beantwoorden. Daarbij is dan nog niet nagegaan met
welke frequentie de vragen zullen worden gesteld. Om een indruk
van de kosten en de baten te krijgen is dat toch wel nodig. Gege
vens verouderen en het systeem behoeft daarom bijhouding. Dat is
een kostbare zaak. Vragen kunnen beantwoord worden als hiermee
met de opbouw van het systeem is gerekend. En ook systeemont
wikkeling is een kostbare zaak. Het bovenstaande impliceert dat
een bij de enquête verkregen overzicht van de gewenste gegevens
nadere beschouwing behoeft. Omdat hierbij inbreng van de toekom
stige gebruikers onmisbaar is, vraagt een dergelijke sanering van
de opzet van het gegevens bestand veel tijd.
De ontwikkeling van het deelsysteem gebouwen was aanvankelijk
sterk op de kwalitatieve woningkartotheek gericht, dit in verband
met de dringende behoefte aan informatie over de bestaande toe
stand bij de opzet van plannen voor stadsuitbreiding, stadssanering
en stadsvernieuwing. Hiervoor wordt getracht gebruik te maken
van de bij het Centraal Bureau voor de Statistiek berustende gege
vens van de woningtelling 1971. Door de wetgeving betreffende de
heffing van een gemeentelijke belasting op onroerend goed is het
noodzakelijk geworden te werken aan een geautomatiseerde gege
vensverwerking ten behoeve van de heffing van deze belasting. Om
dat deze belasting zal worden geheven van de gebruikers en van de
zakelijk rechthebbenden en betrekking zal hebben op onroerend
goed moest de werkgroep, die belast was met de ontwikkeling van
het deelsysteem gebouwen, vrij plotseling alle prioriteit verlenen
aan een systeem onroerend-goedbelasting, dat geënt zou zijn op
het deelsysteem grond en water. Daarbij kwam nog dat men bij de
opzet van het deelsysteem gebouwen er van was uitgegaan dat de
kadastrale aanduiding niet primair zou zijn. Het huisnummer en
de straatnaam zou het eerste element, het systeemadres, van het
betreffende object zijn. Bij de onroerend-goedbelasting moesten
ook objecten zonder huisnummer - onbebouwde eigendommen - in
het systeem worden opgenomen terwijl de zakelijk rechthebbenden
via het kadastrale kenmerk van het onroerend goed kunnen worden
gevonden. Het werd dus noodzakelijk om een systeem te maken
waarmee de mutaties in de kadastrale toestand (perceelnummers,
oppervlakten, gebouwd of ongebouwd, tenaamstelling, soort van
zakelijk recht) tenminste een maal per jaar in het systeem onroe
rend-goedbelasting kunnen worden verwerkt. In overleg met het
Kador wordt hiervoor het z.g. "kadastrale systeem" ontwikkeld.
Het spreekt voor zich zelf, dat de automatisering bij het Kador
zelf hierbij een belangrijk gegeven is. Intussen nadert het systeem
voor de onroerend-goedbelasting zijn voltooiing en kan de betref-
116