is deze problematiek steeds duidelijker in de belangstelling geko men. De rol die het Grondbedrijf daarin speelt is aanzienlijk com plexer en wordt in het hiernavolgende uitvoeriger beschreven. Het Grondbedrijf in het kader van de stadsvernieuwing De laatste jaren is de stadsvernieuwing in Amsterdam gebaseerd geweest op de zogenaamde ''tweede nota stadsvernieuwing", waarin een aantal prioriteiten waren vastgelegd en actiegebieden waren aangewezen, waar het vernieuwingsproces het eerst in gang moest worden gezet. Andere gebieden moesten vooralsnog in stand wor den gehouden. Buiten de actiegebieden moest ook iets gedaan wor den aan het verval in die gebieden die niet primair als actiegebied waren aangegeven. Daarom werd door de raad de ''Open-gaten no ta" vastgesteld, die richtlijnen bevat om te komen tot partiële nieuwbouw in de tussen de oude bebouwing braak liggende ver spreide terreinen. Deze gaten ontstonden en ontstaan in hoofdzaak ten gevolge van bouwtoezichtelijke aanschrijvingen. Verwervingsbeleid en andere activiteiten van het Grondbedrijf wa ren tot voor kort gebaseerd op deze beide nota's. Politiek was het niet vol te houden bepaalde wijken nog enkele de cennia min of meer aan hun lot over te laten alvorens daar activi teiten te ontplooien. Het beleid is er nu op gericht dat er in alle wijken actief wordt opgetreden, zij het dan dat per wijk natuurlijk wel weer prioriteiten gesteld moeten worden; een vernieuwing waarbij rond 100.000 bestaande woningen zijn betrokken kan nu eenmaal niet in één klap worden gerealiseerd. Voorts heeft ook het snelle voortschrijden van het bouwkundig verval in belangrijke delen van de stad, als gevolg van vooral de slechte fundering ge leid tot een nadere bezinning op het stadsvernieuwingsproces. Het verwervingsbeleid in de stadsvernieuwingsgebieden van Am sterdam heeft zeer recent dan ook duidelijk een nieuwe richting gekregen in de ''nota inzake het voeren van een actief verwervings beleid in het kader van de stadsvernieuwing" (in het vervolg "Ver- wervingsnota" genoemd). In de Verwervingsnota worden voor een groot aantal gebieden in de gehele 19e eeuwse gordel - alsmede enkele met name genoemde delen van de oude stad - uitgangspunten genoemd voor een actieve verwerving. Tot actieve verwerving wordt overgegaan: a. overeenkomstig het voor een actiegebied vastgesteld of voorge stelde meerjarenplan (wanneer dat er is); b. van alle slechte tot zeer slechte panden; c. van panden die één geheel vormen met die onder b. bedoeld; 125

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1975 | | pagina 126