d. van panden waarvan het gebruik in strijd met het structuurplan moet worden geacht. Een en ander betekent in de praktijk niet dat de werkwijze die tot op heden werd gevolgd sensationele wijzigingen behoeft te onder gaan, maar er zijn toch wel enkele heel duidelijke verschillen met de zienswijze van enkele jaren geleden. Voor de actiegebieden worden nu, gecoördineerd door projectgroe pen vijfjarenprogramma's opgesteld voor het stadsvernieuwings proces. Uit een dergelijk programma is ondermeer af te lezen hetgeen ev} in de periode waarvoor het programma geldt^ aan verwervingsactiviteit van het Grondbedrijf verwacht wordt. Het verwerven van alle slechte tot zeer slechte panden en de pan den die daar een geheel mee vormen betekent eigenlijk vooral een zeer aanzienlijke intensivering van hetgeen tot dusver in het kader van het "open gaten" beleid werd gedaan. Inhoudelijk is er in zo verre enig verschil^ dat er nu niet meer gewacht zal behoeven te worden tot de gaten in de bebouwing daadwerkelijk zijn ontstaan. De verwerving van panden waarvan het gebruik in strijd is met het (facet) structuurplan voor het wonen vormt in de praktijk een min der duidelijke ingang. Men kan dit punt het beste interpreteren als de verwerving van in woonwijken gevestigde hinderlijke bedrijven. Geluidsoverlast, stank, vrachtverkeer,, e.d. maar ook ruimtelijke hinder (een volgebouwd binnenterrein) kunnen aanleiding zijn tot verwerving. De subjectiviteit die in deze richtlijn is verborgen zal veelal tot een enigszins afwachtende houding van het Grondbedrijf leiden. Eerst wanneer via de project- of buurtgroepen duidelijke signalen komen, wordt de kwestie door het Grondbedrijf bestu deerd en wordt eventueel actie ondernomen. Het investeringsvolume voor verwerving in het kader van de stads vernieuwing zal volgens het huidige programma in een viertal ja ren meer dan verdubbeld worden (van f 25 miljoen naar f 55 miljoen per jaar). Hiertoe worden nu uiteraard ook maatregelen getroffen tot uitbreiding van het beschikbare personeel bij het Grondbedrijf. Ter ondersteuning van het verwervingsbeleid be staat behoefte aan uitbreiding van de onteigeningsmogelijkheden. Met name zal worden nagegaan in hoeverre een nutswetonteigening op die plaatsen waar uitgewerkte vernieuwingsplannen (nog) ont breken, uitkomst kan bieden. Ook financiële ondersteuning is gewenst via een goede aansluiting van het rijkssubsidiebeleid. Van de zijde van het Rijk is daartoe de intentie duidelijk aanwezig, maar in de praktijk doen zich nog wel problemen voor. Enerzijds omdat aan een aantal voorwaarden moet worden voldaan om voor subsidie in aanmerking te komen waardoor op het moment van de aankoop vaak onzekerheid over het 127

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1975 | | pagina 128