ment de naam van het Office gewijzigd in die van TtOffice Interna
tional du Cadastre et du Régime FoncierTT. (O.I.C.R.F.)
Uiteraard kon pas na een aanlooptijd van enkele jaren - gedurende
welke de inmiddels verouderde archieven van Prof. Hegg en van de
Franse ''Commission Cadastrale" naar het informatiecentrum te
Den Haag werden overgebracht - het bureau van het Office zich be
zig gaan houden met het nastreven van alle doelstellingen die men
zich sinds de oprichting voor ogen had gesteld. Tot de diverse ta
ken behoorde allereerst het bijeenbrengen van zoveel mogelijk do
cumentatiemateriaal uit een zo groot mogelijk aantal landen.
Hiertoe werd een wereldomvattend net opgebouwd van correspon
denten die deskundig mogen worden geacht op het gebied van de
landadministratie en het grondboekwezen.
Sterk gestegen behoefte
In zekere zin heeft het O.I.C.R.F. als internationaal informatiecen
trum voor Kadasterwezen en Grondboekzaken de tijd mee. In zo
goed als alle landen ter wereld bestaan vormen van particulier
grondbezit en van particuliere eigendom van andere zakelijke rech
ten op onroerend goed.
De bevolkingsgroei, de industrialisatie, de urbanisatie en de vlucht
uit de bevolkingscentra, alsmede de eisen van het moderne ver
keer, doen de schaarse grond nog steeds in waarde toenemen.
Daarnaast is er een tendens in de richting van een steeds verder
gaande landhervorming, zoals b.v. in India, Iran, Chili, Rhodesia,
Guatemala.
Door deze en allerlei andere oorzaken is overal in de wereld de
behoefte aan een modern opgezette en bijgehouden registratie van
zakelijke rechten op onroerende goederen en aan een dito landad
ministratie in de vorm van een kadaster sterk toegenomen. Voor
beelden hiervan zijn de in de laatste jaren ondernomen kadastre
ringen in Portugal, Iran, Nepal, Micronesië, en in sommige Mid
den- en Zuidamerikaanse Staten.
De aanpassing aan de moderne denkbeelden op het gebied van de
landadministratie in o.a. Zweden, Turkije en Ceylon en de moder
nisering van bestaande kadasters zoals die van de Bondsrepubliek
Duitsland, Nederland, Frankrijk en Oostenrijk wijzen in dezelfde
richting. Ook de werkzaamheid van studiegroepen in diverse lan
den duiden op een zeer sterk toegenomen behoefte. Men kent deze
ambtelijke en niet-ambtelijke commissies o.a. in Zweden, Enge
land, de Verenigde Staten, de Verenigde Naties, Australië, Rho
desia, de Afrikaanse ontwikkelingslanden en Japan.
Ongeacht de geweldige onderlinge verschillen tussen de diverse
146