worden aangepast aan allerlei detailvoorwaarden. Er komt een
vorm uit de machine, erg ruw, erg hard, en niet erg lijkend op
een plan van toedeling.
Dan de werkwijze zelf. Een prachtig stukje rekentechniek, dat wel,
maar zo hard als een bikkel. Je moet het rekenprogramma omge
ven met dikke pakken invoer- en mutatievoorschriften, allemaal
even hard, allemaal vorm, want anders zegt de computer: barst
maar (als hij dat op grond van een verstandig waardeoordeel zou
zeggen waren we al een heel stuk verder). Wat vroeger een onge
looflijk flexibele, maar ondoorzichtige, werkwijze was, een fijne
puzzel waar je jaren aan kon knutselen, wordt nu iets stars, met
ponsdocumenten en tijdschemaTs.
Misschien wordt dit door de mensen die met het toedelingssysteem
werken anders ervaren. Ik weet het niet, hoor via de andere leden
van de Werkgroep wel eens positieve geluiden .Ik heb hei systeem
zelf ontworpenandere mensen min of meer een vorm opgelegd,
maar mezelf nooit aan die vorm onderworpenHoe kan ik dan we
ten of dit systeem in de context past? Terugkoppeling uit de prak
tijk krijg je weinig, gebeurde het maar meer, dan kon je mis
schien de scherpe kantjes van het systeem wat bijvijlen of iets
flexibelers construeren.
En toch, wat heb je niet een geweldige mogelijkheden met de com
puter: je kan allerlei ontwerpstrategieën toepassen, je kan de re
sultaten met tekentafel of beeldscherm snel zichtbaar maken, je
kan in een vroeg stadium, voordat alle lijnen muurvast op de kaart
staan en de geodeet zich weer thuis gaat voelen, overleg plegen
met de belanghebbenden. We kunnen toekomsten zichtbaar maken,
vaag weliswaar, maar hopelijk toch voldoende scherp om te kun
nen kiezen.
We hebben de computer gewoon nodig, als we er althans van over
tuigd zijn dat we de dingen groot moeten aanpakken. Wiskunde kan,
juist doordat het vorm en dus helder, welomlijnd is, grote samen
gestelde dingen doorzichtig en hanteerbaar maken. De krullen en
tierelantijnen, die het leven plezierig maken, voegen we dan later
maar weer toe.
Een werkwijze als met het toedelingsprogramma is nog maar het
begin, vingeroefening. De starheid kan misschien verminderd
worden door met een interactief systeem te gaan werken, zodat
mens en machine direct met elkaar kunnen communiceren, in het
begin nog primitief in de taal van de machine, later in de taal van
de mens: TGeef eens even een lijstje van wie er nu in blokdeel 10
zittern, 'Ho, nu kom ik er niet uit. Weet jij nog iemand die we in
blokdeel 75 zouden kunnen stoppen?T enz.
161