problemen zeer breed, misschien onoverbrugbaar wegens de moei
lijkheid de waarden, belangen en verlangens van de mensen te be
schrijven en voor de toekomst te voorspellen. Aan de ene kant van
de kloof staan mensen die mathematische modellen construeren
waarvan de empirische betekenis twijfelachtig is. Aan de andere
kant vind je mensen die zich verliezen in een woordenbrij zonder
dat ze helpen de problemen op te lossen. Ook vind je er mensen
die zich inzetten voor actiecomitê's en verdrukte bevolkingsgroe
pen: directe actie, 'advocacy planning'. Ik bewonder hun inzet,
niet hun eenzijdigheid.
Hoe dit te overbruggen? Kan êên mens dat, of moet een heel team,
van mensen die sterk in vormen denken (daar behoor ik toe) tot
mensen die zich lekker voelen in een meer ongevormde omgeving,
het voor elkaar spelen? En hoe moeten we op een onderwijsinstel
ling daar dan weer op inspelen bij het vormingsproces?
En waar plaatsen we de geodeet?
165
Wat literatuur over het vormgeven
Voor wie nog steeds geïnteresseerd is, hieronder een aantal boeken en andere
leesstof.
J. Christopher Jones, Design Methodsseeds of human futuresWiley-Inter-
science, London, 1970, 408 biz., ISBN 0 471 44790 0.
Een voortreffelijk boek over ontwerpmethoden, voor alles en nog wat toepas
baar. In het eerste deel (86 blz.) wordt op heel heldere wijze, met goede
schema's, het ontwerpproces geanalyseerd. In het tweede deel worden, heel
beknopt en overzichtelijk, 35 verschillende méthoden behandeld om het ont
werpproces te structureren. Deze methoden zijn verdeeld in zes groepen:
prefabricated strategies (waar je door het iteratieve karakter van het ont
werpproces meestal niet veel mee kunt beginnen) - strategy control - methods
of exploring design situations - methods of searching for ideas - methods of
exploring problem structure - methods of evaluation. Uiteraard wordt ook
naar diepergaande literatuur verwezen.
Christopher Alexander, Notes on the Synthesis of Form. Harvard University
Pness, Cambridge (Mass.), 1964, 216 blz., ISBN 0 674 62751 2.
In dit boek wordt, in een bezadigde verteltrant waar amerikaanse auteurs het
geheim van schijnen te bezitten, een analyse gegeven van de relatie vorm -
context en van het ontwerpproces. De analyse mondt uit in een methode,
waarmee een verzameling ontwerpcriteria zó wordt geordend, dat er groepen
ontstaan van sterk samenhangende criteria en met zo min mogelijk interactie
tussen de groepen onderling. Bij het eigenlijke ontwerp kunnen deze groepen
dan min of meer afzonderlijk worden behandeld.
De methode van Alexander is een toepassing van de grafentheorie om een
complexe probleemsituatie overzichtelijk te maken. Jammer genoeg is de
tekst van het boek erg onoverzichtelijk en zijn de schema's nogal warrig,
maar de samenvatting die Christopher Jones in het eerder genoemde boek
geeft maakt veel duidelijk.