ADMINISTRATIEVE EN PLANOLOGISCHE GEODESIE
IN EEN JURIDISCH - BESTUURLIJK KADER
Prof. mr. P. de Haan
Inleiding
Tien jaar geleden schreef ik in het toenmalige lustrumboek over de
geodetisch ingenieur en het recht. Er is thans meer aanleiding in
te gaan op de verhouding tussen geodesie en rechtomdat beide
sindsdien in een belangrijke ontwikkeling zijn terecht gekomen, die
deze verhouding wezenlijk beïnvloedt. Men zou deze ontwikkeling
kunnen karakteriseren als een technisch-maatschappelijke, gepaard
gaande met een nagenoeg volledige heroriëntatie op de voornaamste
doeleinden van het grondgebruik. In het afgelopen decennium heeft
zich een duidelijke kentering voorgedaan ten aanzien van een een
zijdige technologische expansie en de daaruit resulterende economi
sche groei. Algemeen is thans het besef dat men bijzonder zuinig
zal moeten omspringen met het ons nog resterende, hier en daar
reeds zwaar gehavende milieu.
Dit geldt zowel voor het landelijke als voor het stedelijke milieu
waarvan de achteruitgang en het verval in vele gebieden ziender
ogen toenemen. Een en ander heeft vergaande consequenties voor
geodesie en recht.
Voor de geodesie betekent de herwaardering van het grondgebruik
op vrijwel alle maatschappelijke toepassingsgebieden een confron
tatie met een meervoudige doelstelling. Het meest springt dit in
het oog op de meer traditionele terreinen van kadaster en ruilver
kaveling, hoewel het ook elders zeer goed merkbaar is. Beide in
stituten ondergaan een sterke verbreding van doelstelling, die
overigens nog lang niet voltooid is. Het kadaster, oorspronkelijk
primair ingesteld voor de heffing van de grondbelasting met als
secundair doel daaraan vrijwel onmiddellijk verbonden de bevor
dering van de rechtszekerheid door openbaarheid van de privaat
rechtelijke rechtstoestand, ziet zich thans geconfronteerd met
nieuwe taken in verband met basiskaartering, leidingenregistra
tie en wellicht op den duur gebruiksregistratie en openbaarheid
van de publiekrechtelijke rechtstoestand, die men op een enigs
zins overzienbare termijn nauwelijks aan zal kunnen. Ik kom daar
nog wel op terug.
15