Ten nauwste hiermee verbonden is de administratieve automatise ring van het kadaster, ongetwijfeld het grootste project van juridi sche informatica, dat in Nederland wordt uitgevoerd. Hoewel het verband van de verruimde kadastrale doelstelling met de milieu problematiek waarschijnlijk niet iedereen aanstonds duidelijk is, is het toch wel degelijk aanwezig: het woekeren met de onder- en bovengrondse ruimte, mede om het milieu te sparen, eist nieuwe informatie omtrent het bestaande gebruik en omtrent de toenemen de overheidsbemoeiing dienaangaande. Meer rechtstreeks is echter het verband met de milieuproblemen bij de verbreding van de ruilverkavelingsdoeleinden. Het ruilver- kavelingswerk, hoewel thans enigszins stagnerende juist door de confrontatie met deze problematiek, heeft in de landelijke gebie den zijn vleugels wijder uitgeslagen dan ooit te voren. Nagenoeg de helft van ons land is in dit werk begrepen of begrepen geweest danwel zal daarin alsnog betrokken raken: 500.000 ha uitgevoerd, 600.000 ha in uitvoering, 500.000 ha in voorbereiding en nog eens 500.000 ha aangevraagd, kortom twee derde van het landelijk ge bied (3 miljoen ha) en ongeveer de helft van het hele grondgebied, inclusief het water (4 miljoen ha). Vermoedelijk betreft het hier een continu proces dat zich - bij leven en welzijn - nog wel eens zal herhalen, omdat steeds weer andere indelingen van het grond gebruik nodig zullen zijn. Maar de hele uitbouw van het ruilverka- velingswerk in de richting van algemene, zgn. multifunctionele - dus op meer doeleinden tegelijk gerichte - landinrichting staat in het teken van de milieuproblematiek, meer in het bijzonder die van de natuur- en landschapsbescherming waarmee de agrarische, recreatieve en andere doeleinden moeten worden geïntegreerd. Hoe spectaculair deze veranderingen op zichzelf reeds mogen zijn, zij vormen nog slechts een deel van een algemener ontwikkeling, neerkomend op een maatschappelijk proces van hernieuwde inte gratie van grondgebruiksactiviteiten in landelijke en stedelijke ge bieden, niet alleen in de vorm van eenmalige herinrichting, maar ook in de vorm van permanent beheer. Ten aanzien van landelijke gebieden is dit welbijzonder duidelijk in het licht getreden door de verschijning van de drie recente Regeringsnota's respectievelijk over de relatie landbouw- natuur- en landschapsbehoud, de natio nale parken en de nationale landschapsparken*. In deze nota's wordt ook over de landinrichting gesproken met verwijzing naar de toekomstige Landinrichtingswet welke de plaats van de Ruilverka- 16 Tweede Kamer der Staten-Generaal, zitting 1974-1975, 13283, 13284 en 13285, nrs. 1-2.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1975 | | pagina 17