oppervlak, dat bedekt is door zeeën en oceanen*. Ter bepaling van de gedachten van de niet-juristen zij het interna tionale zeerecht omschreven als dat deel van het - in beginsel al leen tussen staten geldende - volkenrecht dat alle rechten en ver plichtingen van staten omvat met betrekking tot activiteiten op en in de zee en op de zeebodem, zoals de scheepvaart (zowel koop vaardij als marine), de visserij en de exploitatie van de minerale hulpbronnen van zee en zeebodem (olie en gas). "Zeehonger" Alvorens op enige onderdelen van het zeerecht in te gaan, waar dit aangrijpingspunten met de mariene geodesie biedt, moet ik kort een overzicht geven van de tendensen, die in de statengemeenschap bestaan, om de vanoudsher vrije zee onder nationale zeggenschap te brengen. Traditioneel werd de zee zoveel mogelijk gevrijwaard van zeggen schap van staten over zeegebieden, omdat het belang van vrije communicatie voor handels- en verdedigingsdoeleinden hoog werd gewaardeerd. In de loop der jaren evenwel zijn uitzonderingen op het beginsel der vrije zee erkend. Een van de oudst erkende uit zonderingen is de bevoegdheid van staten om in een smalle strook langs hun kusten dezelfde rechtsmacht uit te oefenen, waartoe zij op het vaste land bevoegd zijn, mits zekere rechten (zoals het recht op onschuldige doorvaart) van andere staten in die territo riale zee worden erkend. Was tot enige decennia geleden een strook van 3 mijl** het meest gangbaar, thans neemt de "zeehon- ger" van staten steeds grotere, zelfs dreigende vormen aan. Een territoriale zee van 12 mijl is geen uitzondering meer. De maxi mumbreedte van de territoriale zee kon nimmer worden vastge legd in een verdrag***, maar het ziet er thans naar uit dat in een toekomstig tot stand te brengen zeerechtverdrag, onder bepaalde voorwaarden, de maximum-toelaatbare breedte op 12 mijl zal worden vastgesteld. Maar dat is lang niet voldoende om de "zee- 192 Deze definitie werd ontleend aan het artikel "Mariene Geodesie" van L. H. van Opstal, Lustrumboek 1965 - 1970, Landmeetkundig Gezelschap "Snellius", p. 61. "Mijl" in de context van het zeerecht is uiteraard een zeemijl: 1852 m. Tijdens de VN-Conferentie over het zeerecht te Genève in 1958, haalde geen der voorstellen inzake een maximumbreedte de vereiste twee-derde meerder heid. Ook een speciaal daartoe geconvoceerde tweede conferentie in 1960 kon geen besluit nemen.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1975 | | pagina 193