Afbakening van de territoriale zee
Welke breedte de territoriale zee ook heeft in een concreet geval,
altijd zal een buitengrens moeten worden vastgesteld. Voor de be
paling van die buitengrens is noodzakelijk te weten welke binnen
grens moet en mag worden aangehouden, tenminste als men ervan
uit gaat, dat de territoriale zee op alle punten - behoudens over
lapping - even breed zal zijn.
De binnengrens nu wordt gevormd door de zgn. basislijnen. Voor
de wijze waarop deze lijnen mogen worden getrokken, worden re
gels gegeven in het Verdrag inzake de territoriale zee en de aan
grenzende zone Genève, 19 58*.
Als regel geldt dat als normale basislijn wordt genomen de laag-
waterlijn langs de kust, zoals die op officiële zeekaarten voorkomt
(art. 3). Van die regel mag worden afgeweken in gevallen waar de
kust een zeer grillig karakter draagt ten gevolge van diepe insnij
dingen van de kust of de aanwezigheid van veel kleine eilanden vlak
voor de kust. In die gevallen mag een rechte basislijn worden ge
trokken, waarvan de maximale lengte niet wordt aangegeven. Wel
wordt bepaald dat de basislijn niet aanmerkelijk mag afwijken van
de algemene richting waarin de kust verloopt (art. 4 lid 2). In het
zelfde lid komt nog een voorwaarde voor, nl. dat de zeegebieden,
die door de basislijn worden afgesneden, voldoende nauw met het
landgebied verbonden moeten zijn, om als binnenwateren te kunnen
worden aangemerkt.
Al met al zijn deze bepalingen, die indien toegepast op concrete
gevallen veel ruimte voor interpretatie laten, duidelijk voer voor
juristen. De hele kwestie van basislijnen is overigens reeds vóór
de totstandkoming van het Verdrag van Genève aan de orde ge
weest bij de behandeling van het Brits-Noorse visserij geschil voor
het Internationaal Gerechtshof te Den Haag (Vredespaleis) in de ja
ren 1949 - 1951. Aangezien de bovengenoemde bepalingen van het
Verdrag van Genève worden geacht de neerslag te zijn van het gel
dende volkenrecht ten tijde van de codificatie en derhalve ook van
de uitspraak van het Hof in dat geschil, ga ik hieronder kort opeen
aantal aspecten van het bewuste geschil in.
Het Brits-Noorse visserij geschil
Het noordelijk deel van de kust van Noorwegen heeft het hierboven
bedoelde zeer grillige karakter ten gevolge van vele insnijdingen
194
Zie Tractatenblad 1959, no 123. Het verdrag is op 10 september 1964 in wer
king getreden.