en uitstulpingen, fjorden en baaien en niet in de laatste plaats door de ongeveer 120.000 eilandjes die voor de kust liggen. Het blijkt vruchtbare visgrond te zijn, daar voor de Noorse kust; iets wat Noorse en Britse vissers reeds eeuwen geleden hadden ontdekt. Noorwegen had in de loop der tijden de nodige maatregelen geno men om de Britse vissers uit die kustwateren te houden. Laatste lijk geschiedde dit krachtens een Koninklijk Besluit van 1935, waarin de territoriale zee op 4 mijl werd bepaald en de grenzen werden vastgesteld op grond van basislijnen die zeer veel kust water tot territoriale zee of binnenwater maakten. Dit besluit viel uitermate slecht bij de Britten. Niet omdat zij een breedte van 4 mijl verwierpen, maar omdat zij allerminst konden instemmen met de wijze waarop de basislijnen waren getrokken. Bovendien werden Britse vissers, die zich van het in de territo riale zee geldende visverbod voor buitenlanders niets aantrokken, opgebracht en in Noorwegen gerechtelijk vervolgd. Daarop bracht het Verenigd Koninkrijk deze kwestie voor het Internationale Ge rechtshof. Volgens het Verenigd Koninkrijk waren de basislijnen niet over eenkomstig het geldende volkenrecht getrokken. Volgens het Ver enigd Koninkrijk moest in beginsel de laagwaterlijn worden aange houden, van waaraf middels halve cirkels de buitengrens van de territoriale zee zou mogen worden bepaald; rechte basislijnen zou den alleen over baaien heen getrokken mogen worden. In figuur 1 ziet men op een deelkaart afgezet de Noorse rechte basislijnen en territoriale zee, zoals voorzien in het K.B. van 1935, en de bui tengrens die volgens de Britten mocht worden getrokken volgens de cirkelboog-methode. Het verschil in gevolgen van elk der metho des is op deze kaart zeer aanzienlijk te noemen: volgens de Britse opvatting zouden grote stukken zee als vrije zee mogen worden aangemerkt, waar de Britse vissers wèl mochten vissen. Men ziet hoe suggestief zo'n deelkaart kan zijn, want er valt niet uit op te maken welke de TTalgemene richting van de kust" in zijn geheel is. Ogenschijnlijk lijkt de Noorse territoriale zee hierop aanzienlijk van de kustlijn af te wijken. Volgens het Hof* echter was de Noorse afbakeningsmethode niet in strijd met het volkenrecht. Daarbij stelde het Hof eveneens vast dat de Britse methode beslist niet door het volkenrecht verplicht werd gesteld. Men mag het volgens het Hof evenwel niet te gek maken bij de afbakening, want dit soort eenzijdige maatregelen 195 Zie "Reports of judgements, advisory opinions and orders", 1951.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1975 | | pagina 196