TOEPASSING VAN DE GEODESIE BIJ DE EXPLORATIE EN
EXPLOITATIE VAN MINERALEN OP ZEE
ir. M0 G. .Atjak
De drijfveer voor onze activiteiten op de bodem van de zeeën en
oceanen wordt, afgezien van wat wetenschappelijk onderzoek, ge
vormd door onze honger naar grondstoffen en energie en mis
schien moeten we met betrekking tot dit laatste, in overdrachte
lijke zin, meer over dorst spreken.
In dit artikel willen we ons echter beperken tot de "vaste" mine
ralen zoals ze op of in de zeebodem zijn afgezet en blijven de
vloeibare en gasvormige buiten beschouwing.
Voor een beter inzicht in de toepassing van de geodesie bij de op
sporing en winning van mariene mineraalvoorkomens dient eerst
iets omtrent de voorkomens zelf vermeld te worden.
In de sedimenten, die op de zeebodem zijn afgezet, komen mine
ralen voor die economisch winbaar kunnen zijn; wij onderscheiden
ze in metallische en niet-metallische; tot deze laatste groep be
horen de goedkope bulkmaterialen zoals:
fosforiet, de grondstof voor kunstmest, voorkomend in plakken,
knollen of knikkers,
kalk, in de vorm van schelpen, koraal of kalkmodder,
en zand en grind.
De metallische mineraalafzettingen kunnen al naar gelang hun
ontstaan in 3 groepen onderverdeeld wórden, n.l.
I alluviale, d.w.z. als losse korrels op of in het sediment
II diepzee knollen
III metaalhoudende slikafzettingen.
Bij de eerstgenoemde groep kan nog onderscheid gemaakt worden
tussen voorkomens die een concentratieproces hebben ondergaan
door:
A. het water van beekjes of rivieren öf
B. zeestromen en golfbeweging.
Natuurlijk zijn er ook combinaties van A en B mogelijk.
Goud, platina, kassiteriet (tinerts) en diamant zijn typische re
presentanten van de onder A genoemde groep; zij komen in gecon
centreerde vorm voor in (fossiele) rivierdalen.
205