Magnetiet, chromiet, rutiel en ilmeniet (beide titaanerts), mona- ziet (zeldzame aarden) en zirkoon behoren tot de B groep; zij ko men doorgaans in eikaars gezelschap voor langs verschillende stranden. Daar al deze mineralen van het land afkomstig zijn, zijn ze in de kuststreek afgezet. Men dient echter wel te bedenken dat tenge volge van de zeespiegelrijzing in de laatste 15.000 jaar, de kust lijn zich landinwaarts verplaatst heeft, m.a.w. dat de mineraal afzettingen zich ver zeeinwaarts kunnen bevinden. Offshore ontginningen zijn van het land uit begonnen; men heeft zich stapje voor stapje verder de zee in gewaagd. Nog heden ten dage kan men deze taktiek waarnemen langs de kusten van Alaska, Thailand, Australië, alhoewel er na de tweede wereldoorlog een markante ontwikkeling is geweest in zeewaardig bagger materieel. De beroemde "Karimata" die in 1939 in dienst werd gesteld is daar een voorloper van. De opsporing gaat aan de winning vooraf en zo is al in een vroeg stadium de hulp van een landmeetkundige vereist; zolang men bin nen gezichtsafstand blijft, kan de routine van het meten op het land zondermeer overgebracht worden naar zee. We willen de problemen in ogenschouw nemen bij 2 mineralen waarbij exploratie en exploitatie reeds op volle zee plaatsvinden, n.l. tinerts en grind. Reeds in 1907 werd in Thailand voor het eerst op zee gebaggerd; Indonesië volgde in 1911. Aangezien men toen vlak onder de kust of in een baai verbleef, kon op landmerken gebaggerd worden. Heden ten dage kan men de zeetinbaggermolens rond de eilanden Billiton en Banka tot 6 km uit de kust werkzaam zien en er zijn al reserves tot 10 km zeeinwaarts aangetoond. De grens wordt gevormd door de max. bereikbare baggerdiepte, die voor de huidige tinbaggermolens 45 m bedraagt. Daar de landreserves uitgeput raken moeten we steeds armere ertsen gaan ontginnen; de economie dwingt ons daarom tot schaal vergroting. De tendens is om steeds verder de zee op te gaan. Voor sommige mineralen, zoals tinerts kan de winning op zee reeds goedkoper geschieden dan op het land. Een goed plaatsbe- palings- en meetsysteem is een levensbelang. Momenteel wordt voor de plaatsbepaling op zee gebruik gemaakt van vaste punten op de wal die aan het triangulatienet zijn opge hangen. 206

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1975 | | pagina 207