en gebruik komen alle lijnen van menselijke activiteit ten aanzien
van het fysieke milieu samen en daaruit vertrekken alle ontwikke
lingslijnen van de verschillende functionele vakken op dit immense
gebied. Zo regelt het agrarisch recht inrichting, beheer en ge
bruik van landelijk gebied voor agrarische en waarschijnlijk op den
duur ook landschappelijke doeleinden. Het bouwrecht richt zich op
inrichting en beheer van bouwwerken, het waterstaatsrecht doet
hetzelfde ten aanzien van water en waterstaatswerken. Het volks-
huisvestingsrecht regelt het gebruik van woningen en woonomge
ving, het verkeersrecht dat van openbare wegen en wateren, ter
wijl het milieurecht zich met het beheer van het fysieke milieu in
ecologisch opzicht bezighoudt. Het energierecht tenslotte - als
laatste loot aan de stam - heeft betrekking op de olie- en gaswin
ning, de electriciteitswerken en het beheer daarvan. De ruimte
lijke ordening geeft de bestemming aan van de ruimte voor de ge
noemde en andere doeleinden. Kortom, het zijn telkens dezelfde
basisbegrippen die de structuur van deze vakken en hun onderlinge
samenhang bepalen.
Evenals de daarop steunende functionele vakken vormt ook het
grondgebruikrecht zelf een duidelijke dwarsdoorsnede van de juri
disch-technische hoofdvakken van publiek- en privaatrecht. Dit
laat zich aan alle door mij onderscheiden aspecten (rechtstoestand,
bestemming, inrichting, beschikking, beheer, gebruik, belasting,
bestuur en rechtspraak) gemakkelijk illustreren; zie daarover mijn
eerder genoemde preadvies. Naast de privaatrechtelijke rechts
toestand kennen wij de publiekrechtelijke waarop ik in verband met
het kadaster terugkom. De publiekrechtelijke bestemming in het
kader van de ruimtelijke ordening voltrekt zich via de privaatrech
telijke bestemming door eigenaar en gebruiker. Bouw en aanleg
zijn privaatrechtelijke inrichtingsvormen, land- en stadsinrichting
publiekrechtelijke. Naast de privaatrechtelijke beschikkingsvor-
men (vervreemding en bezwaring) kennen wij de publiekrechtelijke
(ruilverkaveling en onteigening). Ook bij het beheer bestaat dit on
derscheid: beheer door eigenaar en gebruiker tegenover de vele
vormen van overheidsbeheer (waterstaatsbeheer, milieubeheer
enz.). Hoewel het meeste onroerend goed in privaatrechtelijk ge
bruik is, treft men bij openbare wegen e.d. een publiekrechtelijk
gebruik aan. De belasting is naar haar aard een verbintenis naar
publiekrecht, maar met privaatrechtelijke verhaalsmogelijkheden.
Juist op het gebied van het onroerend goed heeft men ook te maken
met allerlei privaatrechtelijke bestuursvormen; zo heb ik in het
advies aan de belanghebbende organisaties wat het landschapsbe
heer betreft voorlopig voor een stichting in combinatie met een
19