de diepte- en plaatsbepalingsgegevens vastgelegd, alsmede de tijd.
Bij het "off-line" programma wordt de band vervolgens teruggele
zen en kunnen gegevens betreffende het getij en eventuele plaatsbe
palingscorrecties worden toegevoegd. Hierna kan op de plottafel
de lodingskaart op de gewenste schaal getekend worden.
Voor een, zeer globale, bepaling van de topografie van de zeebo
dem wordt de laatste jaren, ook door de Zeemeetdienst, veelvul
dig gebruik gemaakt van een "side scan sonar" (zie figuur 1).
De side scan sonar wordt voortgesleept door een vaartuig en zendt
naar twee kanten hoogfrequente geluidspulsen uit, welke na reflec
tie op de zeebodem worden opgevangen. Via de sleepkabel worden
de gereflecteerde signalen overgebracht naar een recorder.
Op de recorder wordt het gereflecteerde signaal na versterking
grafisch weergegeven zodat een akoestisch beeld van de zeebodem
ontstaat (zie figuur 2).
Tot nu toe is de side scan sonar hoofdzakelijk gebruikt om oneffen
heden op de zeebodem (wrakken, megaribbels etc,) te lokaliseren.
Naar verwachting zal dit systeem binnen afzienbare tijd ook ge
bruikt kunnen worden voor kaarteringsdoeleinden.
Metingen ter bepaling van de waterbeweging
Door de verticale getijbeweging en de onregelmatige veranderingen
hierin als gevolg van meteorologische omstandigheden zal de hoog
te van het wateroppervlak op elke plaats en op elk moment verande
ringen ondergaan. Om opeenvolgende lodingen met elkaar te kunnen
vergelijken is het derhalve noodzakelijk de dieptemetingen te her
leiden naar een reproduceerbaar referentievlak. In de praktijk
wordt hiervoor veelal gebruik gemaakt van een zo goed mogelijke
benadering van het middenstandsvlak(dit is het vlak dat de zeespie
gel zou innemen zonder onderhevig te zijn aan astronomische en
meteorologische invloeden).
Men kan het middenstandsvlak redelijk goed benaderen uit de getij-
krommen, die op vaste meetopstellingen (lichteiland Goeree, voor
malig REM-eiland, peilschaalstations langs de kust) gedurende
meerdere jaren geregistreerd worden.
Waar deze opstellingen ontbreken wordt gebruik gemaakt van druk-
dozen (prikkerpeilschalen) die veelal in het centrum van het te lo
den gebied op de zeebodem worden geplaatst en de waterstanden
gedurende korte of langere tijd op een papierrol registreren of de
ze waterstandgegevens direkt, via een getijmeetboei, radiogra
fisch overzenden naar het vaartuig.
Deze waterstanden (meestal ieder half uur geregistreerd) kunnen
verwerkt worden tot getijkrommen. Door over lange tijd de uuraf-
221