tussen korte pulsen. Bij de dopp Ier navigatie die hieronder behan deld wordt is het echter eenvoudiger om te denken aan sinusvor- mige ongemoduleerde radiogolven. Deze golven worden in een nauwe voorwaartse bundel schuin naar beneden vanaf een vlieg tuig uitgezonden (figuur 3). De radiogolven worden door onregel matigheden in het terrein verstrooid*. Een deel van het verstrooide signaal komt terug op de ontvanger in het vliegtuig. De straling die van zo'n gronddeeltje op de ontvanger terugkomt heeft een frekwentie ft die ten gevolge van het dopplereffekt een weinig af wijkt van de uitgezonden frekwentie fv. De verschilfrekwentie hangt alleen af van de ontbondene v cos 0 van de snelheid van het vliegtuig langs de bundel, en wel volgens: waarin c de voortplantingssnelheid van de radiogolven voorstelt. Opgemerkt moet worden dat de formule een benadering is van de eerste orde in v c. Door het ontvangen signaal te mengen met het uitgezonden signaal verkrijgt men een signaal met de verschilfrekwentie fv- ff- Deze dopp Ier frekwentie kan men gemakkelijk meten en men kan de ho rizontale" snelheid v er uit berekenen mits 0 voldoende nauwkeu rig bekend is. Aangezien de hoek 0 vrij groot moet zijn om vol doende signaal terug te ontvangen, is de berekende v onnodig sterk afhankelijk van de hoek 0. Men gebruikt daarom een zogenaamde t! Janus configuratie", genoemd naar de Romeinse god Janus met Indien het terrein al te glad is treedt spiegeling op schuin naar voren, zodat er geen straling bij het vliegtuig terugkomt. Men kan daarom altijd uitgaan van discrete - zij het onbekende - reflektiepunten op de grond. Dit is essen tieel voor een goed begrip van de hier behandelde methode. V Fig. 3 V cos 0 V ft ~2cv 228

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1975 | | pagina 229