zodat hierbij de relatieve beweging van zender-ontvanger (schip), van reflektors (zeebodem) èn van het medium (water) een rol speelt. In de berekening komt dit verschil tussen elektromagneti sche- en akoestische golven alleen tot uiting in een tweede orde term die in de formule op blz.22ö weggelaten is. Bovendien heeft de voortplantingssnelheid bij akoestische golven een heel andere waarde (1500 m s in water) dan voor elektromagnetische golven (ca. 300.000 km 's). Akoestische dopp Ier navigatie systemen worden gebruikt om de snelheid of, na integratie, de positie van een schip te bepalen. In vrij ondiep water (tot tientallen meters) bereiken de akoesti sche golven zonder veel verzwakking te bodem, zodat dan de snelheid ten opzichte van de bodem gemeten wordt. In diepe zee echter krijgt men geen reflekties van de bodem maar wel van deeltjes in het water, zodat de snelheid gemeten wordt ten op zichte van de deeltjes die in het water bewegen zoals belletjes, levende wezens, enz. Dopp Ier effekt en relativiteitstheorie In het voorgaande is er stilzwijgend van uitgegaan dat de lichtsnel heid in de vrije ruimte zo groot is dat alle relativiteitseffekten verwaarloosbaar zijn. Bij kunstmanen is dit echter niet altijd ver antwoord. Men kan hierbij twee effekten onderscheiden, die, merkwaardig genoeg beide in dezelfde orde van grootte liggen: le De snelheid van de satelliet is zo groot dat de relativistische tijddilatatie een rol speelt: De speciale relativiteitstheorie leert dat een tijdinterval At^ van een klok die met een snelheid v ten opzichte van een waarnemer beweegt, door deze waarne mer geïnterpreteerd wordt als een tijdsinterval A tw A t^N/ l - v2/c2. 2e Het gravitatieveld ter plaatse van de satelliet verschilt van dat op aarde. Volgens de algemene relativiteitstheorie gaat dit ge paard met een verschil van tijdmaat volgens: Ata A tb (1 cpa c2- <Pb 'c 2), waarbij <pa en <Pb de gravitatiepotentiaal in de punten a en b, en waarbij c de lichtsnelheid in de vrije ruimte. Rekening houdend met deze beide verschijnselen vinden we voor het tijdinterval: v2 cpQ-<pu t -1."(t - t.)(i - a2 b)- (e. - y 231 2.2i 2c C - 2

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1975 | | pagina 232