dienst was. Zelfs uit de zakelijke notulen van deze vergadering
spreekt de diepe verslagenheid en komt zelfs een zekere radeloos
heid naar voren. Er worden maatregelen genomen om de voortgang
van alle werkzaamheden te waarborgen. Er wordt zelfs al over de
opvolging gesproken, ja er wordt zelfs dienaangaande reeds een
naam genoemd. Maar zo vlug en eenvoudig kon de opvolging van
Schols niet worden geregeld. Immers, zulke markante figuren
kunnen maar zelden door êên man worden opgevolgd. Voor de
voortzetting van het werk van Schols waren eigenlijk twee opvol
gers nodig. Maar deze mogelijkheid was niet aanwezig, al is zij
wel overdacht. De Rijkscommissie en de Polytechnische School
hebben met de opvolging veel moeite gehad. De discussies in de
vergaderingen en de gesprekken met de autoriteiten zijn in de no
tulen van de commissievergaderingen uitvoerig weergegeven. We
zullen de inhoud hier onvermeld laten. Het ging er niet altijd even
vriendelijk toe. We volstaan met het vermelden van het resultaat:
Ir. H. J. Heuvelink, de oudste ingenieur van de Rijkscommissie
volgde professor Schols op, niet alleen als leider van de triangu
latie maar ook als hoogleraar in de geodesie. Niet als secretaris
van de Rijkscommissie, die functie nam Heuvelink pas enige jaren
later op zich.
Professor Heuvelink stond voor een zeer zware taak. De figuur
van Schols lag een ieder nog vers in het geheugen en er was dus
bij velen een neiging tot vergelijken. Dit leidde vaak tot kritiek op
Heuvelink, kritiek die lang niet altijd gerechtvaardigd was en die
hem zo nu en dan ook te veel werd, zoals uit een enkele aanteke
ning in het archief van de Rijkscommissie blijkt.
Er deed zich nog een probleem voor. Door het overlijden van
Schols was het woonhuis leeggekomen en door allerlei oorzaken
was het niet duidelijk wie het betrekken van deze woning mocht
regelen. Na enig geharrewar deelt de Minister mede, dat hij er
geen bezwaar tegen heeft, dat de nieuwe hoogleraar de woning be
trekt mits voor huur, gas en water f. 720 per jaar wordt betaald.
Dat betekent voor Heuvelink, die een groot huis aan de Van Leeu
wenhoeksingel bewoonde, een huurverhoging van f. 190. Dat vindt
hij te veel. Het wonen in de ftzijbouwTT trekt hem toch al niet erg
aan. Hij probeert een lagere huur te bedingen en 'subsidie' te
krijgen van de Rijkscommissie, maar dat lukt niet. Het gevolg is,
dat de woning ten slotte verhuurd wordt aan de nieuw benoemde
hoogleraar in het Soendanees aan de Indologische Inrichting, de
heer Van Hasselt. De commissie raakt een beetje in paniek. De
voorzitter laat de grenzen van het geodesiegebouw nauwkeurig
vaststellen en er worden maatregelen voorgesteld ter voorkoming
243