van brand overslaand van uit het woonhuis. (Blijkbaar had men van Schols nooit brandgevaar te duchten gehad!In november 1898 worden de deuropeningen die de verbindingen vormen met het woon huis met drijfsteen dichtgemetseld. In 1904 komt het gebouw voor Electrotechniek en Natuurkunde ge reed (het huidige gebouw Kanaalweg 2b). Ook daar is een hoogle raarswoning aangebouwd, die onder gunstige voorwaarden aan de hoogleraar wordt verhuurd. Dat is voor de Rijkscommissie aan leiding om het bewonen van het woonhuis door Prof. Heuvelink op nieuw aanhangig te maken. Er volgt een scherpe briefwisseling met de Minister, waarbij de laatste herhaaldelijk oude koeien uit de sloot haalt en waarbij zelfs de landspolitiek een rol speelt, maar het resultaat is toch, dat Heuvelink in het woonhuis trekt. Het is interessant hier te vermelden dat de geodeten toen zo mach tig waren, dat ten hunne gerieve het gebouw Kanaalweg 2b enkele tientallen meters van de weg moest worden geplaatst. Een brede strook langs de Kanaalweg moest namelijk vrijblijven voor metin gen langs de weg, eventueel door de geopende vensters in de wes telijke korte muur van de practicumzaal. Het huidige aanzien van de Kanaalweg is voor een groot deel door het geodesiegebouw be paald. Rond de eeuwwisseling is er nog maar weinig personeel in het geo desiegebouw werkzaam. De ingenieurs van de Rijkscommissie, wier aantal nogal eens wisselt hebben een Trpied a terreTT in de ka mers op de eerste verdieping. Zij zijn echter een groot deel van het jaar afwezig in verband met hun terreinwerkzaamheden. De bediende, de heer Moen, vader van de latere concierge Moen, die de oudsten onder ons nog gekend hebben, is door het Beheer van de Polytechnische School aangesteld op een salaris van f. 600 per jaar met vrije woning, vuur en licht. Hij verleent bovendien dien sten als timmerman, waar de Rijkscommissie hem voor betaalt. De amanuensis is tevens zowel smid als instrumentmaker. Hij heeft een eigen kamer, het latere magazijn. Een klerk, de heer Vuur man in dienst van de Rijkscommissie, verdient aanvankelijk f. 30 per maand, ook voor die tijd een laag loon. Maar hij vraagt regelmatig opslag en op voorspraak van Heuvelink krijgt hij die ook, vaak vergezeld van de mededeling dat zijn tractement nu be slist de maximum hoogte heeft bereikt! Op de plaats waar nu de zgn. tussenbouw staat, bevonden zich de conciërgewoning en de wagenloods. Beide gebouwtjes, inwendig met het hoofdgebouw verbonden hadden een aantrekkelijk aanzien. Bezoekers van het gebouw tonen vaak veel belangstelling voor de vestibule. Hier rijzen de vier zwaar gefundeerde pijlers op, waar 244

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1975 | | pagina 245