de toen 32-jarige Ir. W. Schermerhorn. die reeds enige tijd als as
sistent bij Heuvelink werkzaam was. Met de komst van professor
Schermerhorn verandert het geodetisch onderwijs aan de civiel
studenten. Het eigenlijke landmeten, het handwerk zoals wij dat
wel noemen, krijgt meer aandacht. Het onderzoekwerk verplaatst
zich naar meer op de praktijk gerichte wetenschappen, zoals foto-
grammetrie.
In 1931 wordt de Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat opge
richt. Deze dienst werd gevestigd in het geodesiegebouw en haar
geschiedenis is daarom onlosmakelijk verbonden met die van het
gebouw. Weer betreuren we het, dat we ons moeten beperken in
onze beschrijvingen want het totstandkomen van deze dienst was
een mijlpaal in de ontwikkeling van de Nederlandse landmeetkunde.
Het was van grote betekenis zowel voor de technische ontwikkeling
van het vak als voor de opbouw van de personeelsformaties van de
landmeetkundige diensten.
De vestiging van deze dienst in het gebouw bracht nogal wat veran
deringen mee. De concierge moest naar elders verhuizen omdat
zijn woning ingericht werd als kantoorruimte. De tekenzalen wer
den gevestigd op de zolder. Om de tekenaars bij hun precieze ar
beid aan voldoende licht te helpen, werd een aantal grote daklich-
ten aangebracht. Deze onderbrekingen van het leien dak en de dak
koepeltjes ontsierden het gebouw zeer. Gelukkig zijn ze later, in
1956, weer verdwenen.
Inmiddels was de triangulatie van ons land gereedgekomen. Om het
net bij te houden was de Bijhoudingsdienst van de Rijksdriehoeks
meting opgericht. Ook deze dienst, ofschoon behorend bij het ka
daster, was in het gebouw gehuisvest in een aantal kamers die
oorspronkelijk van de Rijkscommissie waren.
De beroepsopleiding voor landmeter, die oorspronkelijk bij het ka
daster plaatsvond was inmiddels in de sfeer van het hoger onder
wijs gekomen door de oprichting van de landmeterscursus aan de
Landbouwhogeschool te Wageningen. In de twintiger en dertiger
jaren werd hier een groot aantal landmeters opgeleid, waarvan een
groot deel een werkkring vond bij het kadaster. In 1935 werd deze
landmeterscursus vervangen door een opleiding voor civiel-land-
meter aan de Technische Hogeschool te Delft. Deze opleiding duur
de ongeveer vier jaren. De vestiging ervan in het geodesiegebouw
bracht niet veel veranderingen mee. Wel werd het weer wat voller
in het gebouw en er werd, niet te vergeten, na enige tijd een stu
dievereniging opgericht, genaamd TSnellius!. Van grote betekenis
niet alleen voor het Laboratorium voor geodesie maar voor de ge
hele Technische Hogeschool was het feit dat de nieuwe opleiding de
246