die aan het kadaster zelf worden gesteld, door dit stelsel toenemen, omdat notariaat en publiek doorgaans niet de openbare registers zelf, doch alleen de daarop gebaseerde kadastrale registers en kaarten raadplegen*. Ingrijpender nog zouden de consequenties van een eventuele codifi catie van het administratieve grondgebruikrecht voor het kadaster zijn. In het rapport van de Werkgroep Coördinatie Wetgeving On roerend Goed zal waarschijnlijk worden aanbevolen om zowel bij codificatie als bij een minder vergaande harmonisatie van die wet geving te komen tot een stelsel van openbaarheid van de publiek rechtelijke rechtstoestand via het kadaster. Anders dan bij de openbaarheid van de privaatrechtelijke rechtstoestand kan men hier niet werken met openbare publikatieregisters, doch slechts met een systeem van ambtshalve aantekeningen in de kadastrale registers. Dergelijke aantekeningen vinden nu al plaats in de ka dastrale legger met het oog op eigendoms- en gebruiksbeperkin gen ingevolge de Monumentenwet, de Natuurbeschermingswet en de Be lemmeringenwetten Privaatrecht en Landsverdediging. Het voorstel van de Werkgroep is nu dit systeem uit te breiden tot alle grondgebruikwetten, tegenwoordige en toekomstige, zoals ook reeds door J. M. Polak en mij werd gesuggereerd**. Dat betreft dan de algemene openbaarheid met het oog op de rechtszekerheid van derden, ten behoeve van wie de notarissen een soort publiek rechtelijk titelonderzoek zouden kunnen verrichten. Daarnaast stelt de Werkgroep een bijzondere openbaarheid ten behoeve van de rechthebbenden voor in de vorm van een systeem van persoon lijke kennisgevingen omtrent alle overheidsmaatregelen terzake van bestemming, inrichting en beheer van onroerend goed aan de kadastrale rechthebbenden. Ook dit systeem wordt nu nog slechts te hooi en te gras door enkele wetten gevolgd, zoals de Ruilverka- velingswet en laatstelijk ook het nieuwe art. 23 lid 3 van de Wet Ruimtelijke Ordening. Betreft het hier a.h.w. een uitbouw van de bestaande taak van het kadaster op het gebied van de rechtszekerheid in publiekrechte lijke richting, een dergelijke uitbouw is ook mogelijk en gewenst in de privaatrechtelijke richting waar het degebruiksregisiratie Voor verdere bijzonderheden omtrent dit stelsel verwijs ik naar mijn artikel Register goederen en openbare registers volgens het Gewijzigd Ontwerp B.W., W.P.N.R. 5202, blz. 37 e.v. en 5203, blz.49 e.v. en naar mijn preadvies voor de N.J.V. en de behandeling daarvan, Handelingen 1973, deel 1, tweede stuk, blz. 16-28 en deel 2, blz. 92 en 93. Notariaat, onroerend goed en administratief recht, W.P.N.R. 5302, blz. 217 e.v. 23

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1975 | | pagina 24