DE TOTSTANDKOMING VAN HET NIEUWE GEBOUW VOOR GEODESIE ir. J. E. Alberda De voorgeschiedenis Wat er aan de totstandkoming van het nieuwe geodesiegebouw voor afging, speelde zich uiteraard voor een groot deel af in het oude gebouw en hield nauw verband met de mogelijkheden dit oude ge bouw aan te passen aan de behoeften van de onderafdeling der geo desie. In 1950 waren er al acht kamers boven de grote practicum zaal gebouwd voor het ITC. Ongeveer tegelijk met het optrekken van het ITC-gebouw was in 1955-1956 Kanaalweg 4 ingrijpend ge moderniseerd en verbouwd en waren in de tussenbouw o.a. de bi bliotheek en de werkplaatsen ter beschikking gekomen. Toen het ITC en de Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat hun nieuwe behuizing betrokken kwamen o.m. genoemde kamers vrij evenals de zolders, waar de tekenzaal en het laboratorium voor geodeti sche rekentechniek werden gevestigd. Toch kampte de onderafdeling omstreeks 1962 met ruimtegebrek. In de 87e vergadering van de onderafdeling van 22 mei 1962 komen reeds bouwplannen ter sprake: "Voor er van een nieuwbouw voor ons laboratorium sprake kan zijn dient aan het allerergste ruimte gebrek een einde te worden gemaakt. Men ziet dit, zoals reeds ve le malen is gezegd, in een verhuizing van de dienst der Rijksdrie hoeksmeting Het blijkt dat de RD zonder huurcontract in ons gebouw is gevestigd. Dit stamt nog uit de tijd van Tienstra, toen beheerder van ons laboratorium en tevens hoofd van de RDfT. Het Ontwikkelingsplan 1962-1966 vermeldt: "Tengevolge van de uitbreiding van het aantal docenten, van de wetenschappelijke staf en van het overig personeel, door het toenemend onderzoek en door de toename van het aantal studenten (in het bijzonder de stu denten civiel ingenieur) is een tekort aan ruimte voor onderzoek en huisvesting in het Laboratorium voor Geodesie ontstaan. De on derafdeling ziet een mogelijkheid om door verbouwing en uitbrei ding van het bestaande laboratorium in dit tekort te voorzien. In de nabije toekomst zullen hierover voorstellen aan het College van Curatoren worden gedaan". Prof. Bruins, voorzitter van de onderafdeling, stelde met ir.Kooi- 251

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1975 | | pagina 252