mans een onderzoek in naar de wensen bij de nieuwbouw en deed in
de Ö4e vergadering van 11 december 1962 enige suggesties. In ja
nuari 1963 legde het College van Curatoren een bezoek bij de on
derafdeling af en werd o.a. het ruimtegebrek besproken. Kort daar
na verzochten Curatoren de onderafdeling een gemotiveerd en ge
specificeerd voorstel tot verbouwing in te dienen. Hieraan had
prof. Bruins intussen hard gewerkt. Op de 100e vergadering legde
hij de onderafdeling een schema voor dat duidelijk liet zien hoe de
indeling van het laboratorium zou kunnen worden, waarvoor hij de
lof van de vergadering oogstte. Op verschillende vergaderingen in
1963 werd dit plan besproken en uitgewerkt; er waren uiteraard
ook contacten met het bouwbureau van de TH. Tenslotte werd op
19 februari 1964 aan het College van Curatoren een "Memorandum
betreffende de verbouw van het Gebouw voor Geodesie van de Tech
nische Hogeschool" aangeboden. In het memorandum werd gewezen
op de toeneming van het personeel: 6 personen vóór 1935, 35 per
sonen in 1953 en 55 in 1963, terwijl volgens het financiële schema
tot en met 1968 een toename tot 69 personen werd verwacht. Het
ruimtegebrek dat zich bij onderwijs en onderzoek deed voelen,
werd duidelijk gespecificeerd, verder werd o.a. gewezen op het
ontbreken van een kantine en op het feit dat de grote practicumzaal
als doorloopruimte dienst moest doen. De oplossing die de onder
afdeling voorstelde omvatte de volgende hoofdelementen:
1. De bouw van een nieuw gedeelte ter plaatse van de af te breken
voormalige hoogleraarswoning. Deze nieuwbouw zou kunnen be
vatten een ondergronds gedeelte, een begane grond en drie ver
diepingen. Door tevens de tuin aan de zuid- en oostzijde van de
hoogleraarswoning voor deze nieuwbouw te bestemmen, zou de
bruto vloeroppervlakte per verdieping 460 m2 kunnen bedragen.
2. De bouw van een 45 m lange ondergrondse meetruimte met
bovenbouw, ter plaatse van de tegenwoordige veranda die zich
voor de grote practicumzaal uitstrekt.
3. Een h a2 m brede gang te verkrijgen door afscheiding van een
gedeelte van de grote practicumzaal dat zich langs de college
zalen en andere vertrekken uitstrekt.
Het memorandum werd met Curatoren besproken tijdens hun be
zoek aan de onderafdeling in mei 1964. Waarschijnlijk hebben zij
zich, mede gezien de reeds tot stand gebrachte uitbreidingen en
modernisering, afgevraagd of de voorgestelde verdere aanpassing
nu wel een afdoende oplossing zou geven en of er over een aantal
jaren niet tóch weer grote uitgaven nodig zouden blijken. In ieder
geval schreef naar aanleiding van het memorandum het College
van Curatoren aan de onderafdeling dat aan de N.V.Bureau voor het
252