Ontwerp en bouw Nu de operationele fase was begonnen, moest er een stramien van regelmatige contacten komen tussen de opdrachtgever (de T.H.),de gebruiker (de onderafdeling) en het architectenbureau. Zoals bij de T.H. gebruikelijk, nam dit de vorm aan van maandelijkse vergade ringen, z.g. schema- of S-vergaderingen. De eerste viel op 22 de cember 1969, de laatste op 6 januari 1975, dat was nummer 45. Aanvankelijk namen voor de onderafdeling deel: de voorzitter Prof. Witt, de beheerder Prof. Bruins, de adjunct-beheerder directeur mr. Hansen en schrijver dezes als coördinator belast met de dage lijkse contacten. Toen er na ongeveer een jaar een bestuurswisse ling bij de onderafdeling plaats vond en Prof. Bruins geen beheer der meer was, trok deze zich terug. De bouwcommissie werd toen gevormd door het resterende driemanschap dat in feite als bouw- gemachtigde optrad. De S-vergaderingen werden geleid door Prof. Witt. In het begin ging het erom, het voorlopig ontwerp te voltooien; een complicatie hierbij was dat er wel een programma van eisen was voor het bouwkundige, maar niet voor het elektrotechnische en werktuigbouwkundige deel. Er moesten nog vele gesprekken wor den gevoerd met de gebruikers van de diverse ruimten. Bij alles dienden natuurlijk de kosten in het oog te worden gehouden. Plet mechanisme hiervoor bleek van de kant van het ministerie in prin cipe vrij eenvoudig: goedkeuring van een ontwerp wordt verleend onder aanwijzing van mogelijk geachte bezuinigingen en met de clausule dat het geheel niet meer dan f. x miljoen mag kosten. Als voorbeeld van een kostenvermindering kan genoemd worden dat in het allereerste concept in de hoogbouw tussen de kamers en de gangen kastenwanden waren voorzien, zoals deze in vele T.H.-ge bouwen voorkomen. Die waren vóór eind 1969 al verdwenen waar door de hele hoogbouw een meter smaller werd. In een dergelijk gebouw kwam destijds een kubieke meter op ruwweg f. 300,- zodat deze ingreep wel wat opleverde. Het heeft in verband met de fi nanciële beperkingen nog tot medio 1973 geduurd voor een defini tieve oplossing voor de binnenwanden was gekozen; in overweging is lang geweest gemetselde gangwanden van betonsteen toe te pas sen. Plet zou te ver voeren op de geschiedenis van allerlei techni sche en vormgevingsdetails in te gaan. Wel kan hier worden ver meld dat de betonconstructie is verzorgd door het Ingenieursbu reau Dwars, Heederik en Verhey N.V. te Amersfoort. Hoewel het bureau IBER uitdrukkelijk als team optrad is het hier toch wel op zijn plaats, melding te maken van de invloed van de architect J. G. E. M. Douqué op vormgeving, materiaalkeuze en kleuren van het gebouw. 2 59

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1975 | | pagina 260