EEN GREEP UIT HET BRUISENDE LEVEN VAN ONZE
VERENIGING
Frans de Vroege
In dit artikel zal getracht worden een uiteenzetting te geven van de
opmerkelijke en minder opmerkelijke gebeurtenissen binnen het
Landmeetkundig Gezelschap "Snellius", zoals ze plaatsvonden in
de periode die verliep tussen het zesde en het zevende lustrum, ter
gelegenheid waarvan dit boek het daglicht heeft mogen aanschouwen.
Najaar 1970. Na een eclatante lustrumweek, die gekenmerkt werd
door een ouderdag, een studiedag mariene geodesie en een maat
schappelijk geörienteerde dag en besloten met een rallye en een
galafeest, vond het toenmalig bestuur dat de tijd van gaan gekomen
was. De volgende personen boden daarop, min of meer spontaan,
aan hun taken over te nemen: Ludo Boeije, Piet Plantinga, Jan den
Duik en Chris Nelis. Na afloop van de bestuurswisseling werden
alle studenten in de gelegenheid gesteld het nieuwe bestuur succes
en sterkte toe te wensen, wat zoals gebruikelijk in ons stamcafé
Tt Anker onder het genot van enig dorstlessend vocht plaatsvond.
Op 17 en 18 december van dat jaar werden Aries Start en Herman
George in de (huwelijks)boot genomen door respectievelijk Joyce
van der Plas en Annie Clement, waarna Boudewijn van Gelder het
nodig vond zich te verloven met Annelies Vincent hetgeen geschied
de op tweede kerstdag, wat altijd een mooie dag schijnt te zijn om
zulks te vieren.
Half januari 1971 waren de lui bekend, die tot taak hadden het zo
merkamp tot een daverend festijn te maken. De ongelukkigen wa
ren Paul van der Molen, Harry Uitermark, Piet Plantinga, Wim
van der Made en Martin Wubbe. De laatste zou later nog wat van
zich laten horen als voorzitter van "Snellius".
Eind februari was er het afstuderen van Juud de Lange, Marcel
Kohier, en Herman Quee, direkt gevolgd door een excursie van
het Snelliusvolk naar London, Cambridge en Southampton. Eind
maart werden de leden verblijd met een nieuw Huishoudelijk Re
glement, waaraan het bestuur met veel energie, toewijding èn
fantasie gewerkt had. Opmerkelijk is dat dit H.R. hedentendage
nog gebruikt wordt, hoewel het op enige punten aangepast is aan
de veranderde studentenmentaliteit.
269