Nog heb ik "den Dritten im Bund" niet vermeld, Hem ken ik het minst van U drieën, Van hem werd mij echter veel nuttigs verteld: Hij coachte aanstaande genieën. Want boek en dictaat zijn bij Bruining te koop, Gelijk een prent in de zaal mij straks leerde, En nimmer zat hij met een vraag in de knoop, Als men van hem een antwoord begeerde. Heer Bruining is dus in Tt Gebouw als een baak, Doch minder een baak om te meten. Dan veeleer een vraagbaak, wiens eig!lijke taak In Tt Gebouw is om "alles" te weten. 7k Heb, hoop ik, zo!n beetje aan !t verzoek thans voldaan, Dat 7t Bestuur mij beleefd op kwam dragen, Je denkt eerst: "och barst man", of: "loop naar de maan", Maar dan blijft toch je beter ik knagen. Dus ben ik bezweken, en bezwaard opgegaan Naar !t terras, en heb daar beklommen Een meetpilaar, waarop 'k bevend moest staan, Om mijn bedenksels voor elk op te sommen. Viert gij verder feest nu tot diep in de nacht, 7t Is Mei nog, en schoon is de lente, Uw dichter keert huiswaarts (zijn taak is volbracht), Bevrijd rijdt hij straks terug naar Twente. H. L. Rogge (Bij het afscheid van onze oude gebouw) 286

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1975 | | pagina 287