heersovereenkomst op vrijwillige basis. Met dit middel zal eerst getracht worden ervaring op te doen. Landinrichting In de ontwikkeling van ruilverkaveling naar landinrichting kan wor den geconstateerd dat de landinrichtingswet procedures en midde len zou dienen te bevatten voor vormen van landinrichting met een enkelvoudig belang tot vormen van integrale landinrichting. Afhan kelijk van de doelstelling van het plan, de omvang daarvan en de mate van ingrijpendheid kan een keuze worden gedaan uit beslis- sings- en uitvoeringsprocedures, zoals kavelruilwettelijke ruil verkaveling of herinrichtingHet systeem van besluitvorming op basis van vrijwilligheid en de daarmee samenhangende geringe in vloed van de overheid kan van betekenis blijven. Het zal vooral toegepast kunnen worden op objecten van geringere omvang endaar waar de belangen sterk gelijk gericht zijn. Dit zal met name het geval zijn in landbouwgebieden met een enkelvoudige agrarische bestemming. Daarnaast kan het systeem van de wettelijke ruilver kaveling nog zeker haar nut blijven bewijzen. Op basis van stem ming kunnen plannen met een sterk coöperatief belang, namelijk verbetering van de landbouwkundige infrastructuur met grotere hulp en invloed van de overheid tot uitvoering komen. Dit lijkt vooral mogelijk in gebieden waar de landbouw wat betreft de be stemming het primaat heeft en andere belangen niet van omvang rijke betekenis zijn. Volgens deze methode zouden ook admini stratieve ruilverkavelingen zonder de uitvoering van werken en, met mogelijk bij de stemming al vergaande inzichten in de nieuwe kavelindeling, uitgevoerd kunnen worden. Eveneens lijkt het moge lijk volgens deze methode aanpassingsverkavelingen te kunnen uit voeren, b.v. bij doorsnijding van een gebied door een autoweg. Zijn de belangen echter tegenstrijdig en van diverse aard dan zal het besluit tot herinrichting genomen moeten worden door de overheid. De verwachting lijkt gerechtvaardigd dat Provinciale Staten hier mee belast zullen worden. Niet vergeten moet worden dat bij een dergelijke procedure toch zoveel mogelijk nog de medewerking van de eigenaren en gebruikers gewenst is. De vraag is echter in hoe verre bij de procedure van herinrichting nog medezeggenschap van eigenaren en gebruikers is in te bouwen. In ieder geval is het dui delijk dat de totale zorg voor het landelijk gebied die tot uiting komt in bestemming, inrichting en beheer, alleen tot zijn recht kan komen, indien de samenspraak en samenwerking met de bevol king goed functioneert. Inspraak met als kenmerken tijdige infor matie, discussie over ontwikkelde alternatieven en verantwoording over het gekozen beleidsvoornemen is noodzakelijk. Na vooraf- 57

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1975 | | pagina 58