Zoals al in de inleiding is opgemerkt heeft het begrip planning zich in de planologische literatuur een plaats verworven. In Delft is aan de afdeling Bouwkunde een "Planning Theory Group" ontstaan. Zonder al te veel te willen generaliseren wil ik een opmerking ma ken over de ideologische kant van de twee vormen van planning, die zijn beschreven. Onderhuids zijn in beide vormen n.l. trekken te herkennen, die de moeite van het signaleren waard zijn. De intuï tieve, architectonische benadering heeft totalitaire en statische trekken, de analytische sterk rationele, positivistische en soms totalitaire. Hoe een proces van planvoorbereiding bij ruimtelijke plannen erop het ogenblik uit zou kunnen zien is weergegeven in het schema op blz.65. Uit het schema blijkt, dat er een intensief samenspel tus sen planners en beleidvoerders nodig is. Er blijkt tevens, dat tij dens de planvorming teruggekoppeld kan worden op vorige fasen. Tenslotte is een belangrijk element de procesbewaking, waaruit blijkt dat planvorming in wezen een voortdurend proces is. Het zal duidelijk zijn, dat waar in het schema sprake is van be sluitvorming, inspraak in allerlei denkbare vormen in het geding is. Het is van belang op te merken, dat in fase 10 in feite wordt over gestapt naar de planning op beleidsterreinen, die een meer uitvoe rend dan ordenend karakter hebben. In principe is daarvoor een vergelijkbaar planningproces op te stellen. De belangrijkste verschillen met de vroegere wijze van planvor ming zijn: - het uitdrukkelijk werken met doelstellingen - het denken in alternatieven - het leggen van een relatie tussen lange termijnplan en de no dige inzet van beleidsinstrumenten - de procesbewaking. Tot slot is het goed het volgende op te merken. De toepassing van planningmethoden en -technieken in de ruimtelijke ordening is vrij jong. Tevens is het vraagstuk waarop de methoden en technieken worden toe gepast n.l. de ruimtelijke ontwikkeling bijzonder inge wikkeld in verhouding tot problemen waarop ze tot nu toe meestal werden toegepast. Tenslotte is de besluitvormingsstructuur m.b.t. de ruimtelijke ontwikkeling verre van eenvoudig. In deze drie fac toren ligt een belangrijk gedeelte van de verklaring van de uitspra ken aan het begin van deze paragraaf besloten. Stadsinrichting, landinrichting en aanleg van infrastructuur Is in de vorige paragraaf vooral de planvoorbereiding aan de orde 66

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 1975 | | pagina 67