staat de neiging om niet alleen gebieden, die duidelijk aan stads
vernieuwing toe zijn, maar ook de inrichting van voor- en naoor
logse wijken op de één of andere manier ter hand te nemen. In
Amsterdam bijvoorbeeld wordt gestreefd naar een vorm van be
heer van het gehele bebouwde gebied.
Met name in stadsvernieuwingsgebieden wreekt zich het feit, dat
het bestemmingsplan vaak niet veel meer is dan een set normen
en richtlijnen en in de praktijk weinig uitvoeringsgericht blijkt te
zijn.
Voor verstedelijking in het algemeen geldt, dat zowel streek- als
bestemmingsplannen tot nu toe nogal statische plannen zijn, hoe
wel in de Wet op de Ruimtelijke Ordening de mogelijkheid voor een
procesmatige aanpak wel duidelijk is ingebouwd.
Er is nog een belangrijk verschil tussen stadsinrichting enerzijds
en landinrichting en aanleg van infrastructuur anderzijds en dat is
de relatieve invloed van maatschappelijke processen. Een belang
rijk deel van gedaante- en functieverwisseling van onze stedelijke
gebieden verloopt vaak zonder dat daar op enigerlei wijze een
ruimtelijk plan aan te pas komt. of dat sprake is van een andere
vorm van overheidsbeleid. Stadsinrichting heeft tevens te maken
met een relatief grote onzekerheid over het effect dat overheids
maatregelen kunnen hebben.
Ik signaleer de specifieke problemen zonder een duidelijk perspec
tief van een verandering te kunnen geven. Wel is duidelijk uit de
discussie rond de wet op de stadsvernieuwing, dat we met een bij
zonder moeilijk probleem te maken hebben. Een transplantatie van
denkbeelden uit de sfeer van de landinrichting op de stadsinrichting
lijkt mij in ieder geval een te simpele oplossing. Het mag zo zijn,
zoals Prof. de Haan* stelt, dat sprake is van volkomen vergelijkba
re rechtsgebieden, uit het oogpunt van ruimtelijke planning en
ruimtelijke inrichting zijn er nogal verschillen. Tevens zijn de
maatschappelijke processen tegen de achtergrond waarvan deland-
inrichting en de stadsinrichting zich afspelen erg uiteenlopend.
De rol van een informatiesysteem bij ruimtelijke planning
De informatiebehoefte bij ruimtelijke planning is een onderwerp op
zich. Ik beperk me tot een vrij korte beschouwing.
De inhoud van een informatiesysteem is uiteraard sterk afhankelijk
van het voorwerp van het planningproces. Voor ruimtelijke orde
ning op rijksniveau, streekplanniveau en gemeentelijk niveau b.v.
70
Prof. Mr. P. de Haan; Bestemming, inrichting en beheer van landelijke gebie
den, de Pacht, mei 1974.