zijn afzonderlijke, zij het elkaar onderling overlappende, sets in
formatie nodig.
In het algemeen vinden we bij de motivering van allerlei informa
tiesystemen of databanken het begrip planning, naast administra
tieve of beheersdoeleinden. Al geruime tijd zijn databanken met
betrekking tot personen en het vastgoed in ontwikkeling en staan
ter discussie. Voor zover mij bekend zijn toepassingen van derge
lijke informatiebanken ten behoeve van planning schaars. Hoe is
dit nu te verklaren?
Vanuit het gezichtspunt van ruimtelijke ordening heeft de behoefte
aan informatie betrekking op. hetzij relatief grote ruimtelijke een
heden, hetzij bevolkingsgroepen. De nu in ontwikkeling zijnde sys
temen hebben betrekking op personen, percelen en bedrijven. Vaak
is de geografische vastlegging of de classificatie van personen en
bedrijven niet aanwezig of niet toegespitst op de vragen die in het
kader van een planningsproces worden gesteld.
De reden dat bij ruimtelijke ordening, zoals dat heet, op hoog ag
gregatieniveau wordt gewerkt is, naast de betrekkelijk grote ge
bieden waarvan sprake is, gelegen in het denken op lange termijn.
Dat denken en ordenen op lange termijn is alleen mogelijk als de
werkelijkheid wordt teruggebracht tot beschrijfbare en te begrij
pen eenheden. Het zal dan ook niet verbazen, dat bij het Informa
tie Systeem Ruimtelijke Ordening Nederland (INSYRON), dat bij de
Rijksplanologische Dienst in samenwerking met Provinciale Pla
nologische Diensten in ontwikkeling is, de directe relatie met sta
tistische informatie groter is dan met informatiebanken op per-
soons- of perceelsniveau. Dit sluit een sterkere relatie in de toe
komst niet uit, maar dan zal wel aan een aantal eisen van geogra
fische vastlegging en mogelijkheden tot aggregatie moeten worden
voldaan.
Daarnaast is sprake van informatie over ruimtelijke elementen,
zoals waterwingebieden, wegen etc., die noch via persoons- of
perceelsgegevens, noch via statistieken zijn te verkrijgen.
Het ligt voor de hand dat bij ruimtelijke inrichting en vooral ruim
telijk beheer de informatiebehoefte op een lager aggregatieniveau
ligt.
Als ik me nu beperk tot het Informatiesysteem Ruimtelijke Orde
ning Nederland, dan kunnen we de volgende vier toepassingsterrei
nen noemen:
- planning
- voortgangscontrole en coördinatie
- dagelijkse beleidsvoering
- onderzoek.
De eerste twee terreinen lopen in elkaar over en hebben betrekking
71